De AI-aansprakelijkheidsrichtlijn, die de Europese Commissie woensdag bekend zal maken, is bedoeld om de toenemende verspreiding van AI-producten en -diensten en de lappendeken van nationale regels in de 27 landen tellende Europese Unie aan te pakken.

Slachtoffers kunnen een schadevergoeding eisen voor schade aan hun leven, eigendom, gezondheid en privacy door een fout of nalatigheid van een leverancier, ontwikkelaar of gebruiker van AI-technologie, of gediscrimineerd werden in een wervingsproces waarbij AI gebruikt werd, aldus de ontwerpregels.

De regels proberen de bewijslast voor slachtoffers te verlichten door een "vermoeden van causaliteit" in te voeren, wat betekent dat slachtoffers alleen hoeven aan te tonen dat het niet naleven van bepaalde vereisten door een producent of gebruiker de schade heeft veroorzaakt en dit vervolgens in hun rechtszaak in verband hoeven te brengen met de AI-technologie.

In het kader van een "recht op toegang tot bewijsmateriaal" kunnen slachtoffers een rechtbank vragen om bedrijven en leveranciers te verplichten informatie te verstrekken over AI-systemen met een hoog risico, zodat ze de aansprakelijke persoon kunnen identificeren en erachter kunnen komen wat er mis is gegaan.

De uitvoerende macht van de EU zal woensdag ook de richtlijn inzake productaansprakelijkheid bijwerken, waarin de reikwijdte van de aansprakelijkheid van fabrikanten voor gebrekkige producten is vastgelegd, variërend van slimme technologie tot machines en geneesmiddelen.

Door de voorgestelde wijzigingen kunnen gebruikers een schadeclaim indienen wanneer software-updates hun smart-home producten onveilig maken of wanneer fabrikanten nalaten om gaten in de cyberbeveiliging te repareren.

Gebruikers met onveilige producten van buiten de EU kunnen de EU-vertegenwoordiger van de fabrikant voor de rechter dagen voor schadevergoeding.

De AI-aansprakelijkheidsrichtlijn moet groen licht krijgen van de EU-landen en de EU-wetgevers voordat deze wet kan worden.