De verhuizing kwam er als gevolg van een maandenlang onderzoek van het Pentagon naar de manier waarop het leger in het algemeen verzoeken om de Nationale Garde binnen Washington, D.C. behandelt.

De Nationale Garde van het district is de enige in het land die verslag uitbrengt aan de president, met de bevoegdheid die vroeger door de minister van defensie aan de secretaris van het leger was gedelegeerd.

De herziening kwam er nadat er vragen waren gerezen over de vraag of de Nationale Garde wel snel genoeg was ingezet om te proberen te helpen de menigte te stoppen die op 6 januari het gebouw van het Amerikaanse Capitool aanviel.

"De minister van Defensie is nu de enige goedkeuringsinstantie voor alle verzoeken waarbij personeel van de District of Columbia National Guard rechtstreeks zou deelnemen aan civiele wetshandhavingsactiviteiten of waarbij de inzet van personeel van de DCNG (D.C. National Guard) vereist is binnen 48 uur na ontvangst van het verzoek," aldus een verklaring van het Pentagon.

Het Pentagon zei dat het ook een eenheid binnen het gebouw heeft opgericht om als centraal punt voor dergelijke verzoeken te fungeren.

William Walker, de toenmalige commandant van de Nationale Garde van het District Columbia, vertelde senatoren tijdens een hoorzitting in maart dat ambtenaren van het Pentagon er meer dan drie uur over deden om een verzoek van de politie van het Amerikaanse Capitool goed te keuren om troepen van de Nationale Garde in te zetten ter ondersteuning van de politie die aangevallen werd door relschoppers bij het Capitool op 6 januari.

Bij het oproer door aanhangers van toenmalig president Donald Trump kwamen vier mensen om het leven en een politieagent van het Capitool overleed de volgende dag aan verwondingen die hij opliep bij het verdedigen van het Congres.

Honderden politieagenten raakten tijdens de urenlange aanval gewond en vier agenten die het Capitool bewaakten, pleegden vervolgens zelfmoord.