Financiële regelgevers en toezichthouders in sommige G20-landen zien de risico's van biodiversiteitsverlies en ontbossing over het hoofd vanwege onvoldoende gegevens, en richten zich in plaats daarvan op klimaatrisico's, zo blijkt uit een rapport van de financiële waakhond van de G20.

Toezichthouders die natuurgerelateerde risico's hebben beoordeeld, ontdekten dat verlies van biodiversiteit en natuur kan leiden tot kredietverliezen, wanbetalingen en abrupte prijscorrecties die financiële risico's vormen voor banken en andere instellingen, aldus het rapport dat donderdag werd uitgebracht door de Financial Stability Board (FSB).

Maar sommige moeten deze risico's nog inschatten, aldus het rapport.

Financiële instellingen staan bloot aan fysieke risico's via hun investeringen en financieringsactiviteiten in sectoren die gerelateerd zijn aan de natuur, zoals de voedselproductie. De FSB zei dat er meer werk nodig is voordat ze schattingen van financiële blootstellingen kunnen omzetten in risicomaatstaven.

Fysieke risico's kunnen ontstaan door de achteruitgang van de natuur, zoals een afname van bestuivende insecten die essentieel zijn voor de voedselproductie of de achteruitgang van landbouwgrond. Dit verschilt van transitierisico's, die voortkomen uit acties en beleidsmaatregelen die gericht zijn op het beschermen of verminderen van negatieve gevolgen voor de natuur.

De Wereldbank heeft geschat dat een gedeeltelijke ineenstorting van het ecosysteem in 2030 2,3% van het wereldwijde BBP zou kunnen kosten, waarbij sommige van de armste landen het zwaarst getroffen zouden worden.

Brazilië, dat momenteel het voorzitterschap van de G20 bekleedt, heeft de FSB - een groepering van centrale banken, ambtenaren van de schatkist en regelgevende instanties uit G20-landen - opdracht gegeven om de eerste inventaris op te maken van wereldwijde regelgevende en toezichthoudende inspanningen om natuurgerelateerde financiële risico's te identificeren en te beoordelen.

De FSB ontdekte dat financiële autoriteiten, waaronder centrale banken en ministeries van Financiën, zich in verschillende stadia bevinden van het evalueren van de relevantie van biodiversiteitsverlies en andere natuurgerelateerde risico's als financieel risico. Sommige instanties waren al bezig met de invoering van beleid en richtlijnen, terwijl andere niet over de vereiste gegevens en voldoende capaciteit beschikten om dergelijke risico's te onderzoeken.

Het onderzoek komt in de aanloop naar de biodiversiteitsconferentie COP16 van de Verenigde Naties in Colombia in oktober, waar wereldleiders onder toenemende druk staan om verdere vernietiging van belangrijke ecosystemen te voorkomen.

"Dit rapport draagt bij aan internationale discussies over de vraag of, en zo ja hoe, natuurdegradatie, zoals biodiversiteitsverlies, een relevant financieel risico is," zei FSB-voorzitter Klaas Knot in een verklaring per e-mail.