Het pond daalde met ongeveer 0,37% tot $1,22950 en met 0,15% ten opzichte van de euro tot ongeveer 88,40 pence.

De dalingen komen na gegevens van woensdag waaruit bleek dat Britse fabrikanten hun prijzen in december onverwachts het meest hebben verlaagd sinds april 2020.

Het nieuws dat Britse fabrieken hun prijzen verlaagden, zal waarschijnlijk wat druk wegnemen bij de beleidsmakers van de Bank of England, die moeten overwegen hoe ver ze de rente moeten verhogen in de strijd om de inflatie te verlagen.

Ondertussen blijft de vrees voor een recessie in de hoofden van de handelaren aanwezig, nadat de economische activiteit in de particuliere sector in januari in het snelste tempo in twee jaar was gedaald, waarbij bedrijven de hogere rentetarieven van de Bank of England, stakingen en een zwakke consumentenvraag de schuld gaven.

De stijgende schuldenlast bleek dinsdag ook uit gegevens waaruit bleek dat de Britse overheid vorige maand meer heeft geleend dan ooit in december sinds 30 jaar geleden met het bijhouden van maandelijkse gegevens werd begonnen.

"De gegevens van gisteren waren niet goed en lieten een enigszins afwijkend beeld zien in vergelijking met de EU, waar de zaken er iets rooskleuriger uit lijken te zien", aldus Stuart Cole, hoofdeconoom bij Equiti Capital.

"Het grotere plaatje wordt gevormd door de PPI-cijfers van vandaag, waaruit blijkt dat de inflatiedruk afneemt en die twijfel zaaien over de mate waarin de BoE uiteindelijk ook de rente zal verhogen."

De markt verwacht dat de BoE voor de tiende keer sinds eind 2021 de rente zal verhogen in haar strijd tegen de inflatie.

De markten geven momenteel 75% kans op een renteverhoging van 50 basispunten tijdens de BoE-vergadering. De Federal Reserve en de Europese Centrale Bank houden beide volgende week een beleidsvergadering.