De Europese Commissie zei in haar besluit van 2017 dat een Luxemburgse belastingregeling waardoor Amazon winsten belastingvrij naar een holding kon sluizen, betekende dat het bedrijf geen belasting betaalde over bijna driekwart van zijn winsten uit EU-activiteiten, wat in wezen neerkwam op illegale staatssteun.

De Amerikaanse online retailer vocht het EU-belastingvoorschrift aan bij een lagere rechtbank en overtuigde de rechtbank om het in 2021 te schrappen, wat een tegenslag betekende voor het harde optreden van mededingingsleider Margrethe Vestager tegen preferentiële deals.

De Commissie ging vervolgens in beroep bij het hoogste gerechtshof van Europa, het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU).

"De Commissie vertrouwt sterk op de sfeer om Amazon in een negatief daglicht te stellen en haar beslissing te rechtvaardigen. Ze beweert dat het besluit gaat over belastingstructurering en belastingontduiking. Maar dat is niet zo," vertelde Amazon-advocaat Michel Petite aan het HvJEU.

Hij zei dat het beroep van de uitvoerende macht van de EU niet gegrond was omdat het het verkeerde referentiekader gebruikte om te bepalen of Amazon een selectief voordeel had, waarbij hij verwees naar de uitspraak van het HvJEU vorig jaar in de belastingzaak tegen Fiat, waarin stond dat een dergelijk kader rekening moet houden met nationale wetten.

Petite nam het de Commissie ook kwalijk wat betreft haar concept van verrekenprijzen, wat prijzen zijn voor goederen en diensten die verkocht worden tussen dochterondernemingen.

"De meest opvallende illustratie van de verzonnen verrekenprijzen van de Commissie is misschien wel het feit dat zij zich baseert op een verzonnen compilatie van verschillende versies van de OESO-richtlijnen, die een periode van meer dan 20 jaar beslaan," zei hij.

Advocaat Paul-John Loewenthal van de Commissie zei dat het duidelijk was dat de Luxemburgse belastingdeal van Amazon staatssteun vormde.

"Luxemburg verschafte Amazon een maatregel waarmee Amazon het overgrote deel van zijn Europese winst kon vrijstellen van belasting in ruil voor investeringen in Luxemburg, waardoor de handel binnen de EU werd beïnvloed en de concurrentie werd verstoord," zei hij.

"Dat is de definitie van fiscale staatssteun."

Het optreden van Vestager heeft België, Ierland, Luxemburg en Nederland al gedwongen om hun belastingpraktijken te veranderen.

De adviseur van het HvJEU zal op 8 juni een niet-bindend advies uitbrengen en in de komende maanden een uitspraak doen. De zaak is C-457/21 P Commissie tegen Luxemburg en anderen.

($1 = 0,9428 euro)