ANGLE plc kondigt de publicatie aan van een studie waarbij het Parsortix-systeem wordt gebruikt om markers te identificeren die aanwezig zijn in CTC's van gemetastaseerde mutant-p53 platina-resistente ovariumkanker (PROC)-patiënten. De studie werd uitgevoerd als een uitloper van de Europese multicenter GANNET53 fase II klinische studie (NCT02012192), gefinancierd door het 7e kaderprogramma van de EU (Grant agreement ID: 602602). De studie onderzocht de werkzaamheid van ganetespib in combinatie met paclitaxel vs.

paclitaxel alleen. Patiënten werden ingeschreven in 12 klinische centra in Duitsland, België, Frankrijk en Oostenrijk. De translationele studie, waarvan het onderzoeksteam gelooft dat het de grootste studie van CTC's in eierstokkanker is (in termen van het aantal geanalyseerde patiëntmonsters), werd uitgevoerd door onderzoekers van de Medische Universiteit van Wenen, Oostenrijk.

In het onderzoek werden in totaal 474 bloedmonsters geanalyseerd die bij 123 PROC-patiënten bij de uitgangswaarde (d.w.z. vóór de eerste toediening van onderzoeksmedicijnen) en op meerdere tijdstippen gedurende een periode van tweeënhalf jaar tijdens de behandeling tot aan de progressie van de ziekte waren verzameld. Een panel van 27 gen-transcripten (RNA) werd geanalyseerd op Parsortix-geoogste CTC's met behulp van standaard laboratorium qPCR-analyse. De auteurs identificeerden twee CTC-geassocieerde markers met potentiële prognostische waarde.

ERCC1, een belangrijk gen van de DNA-schaderesponsroute, werd in verband gebracht met een verhoogd risico op ziekteprogressie en slechtere resultaten, terwijl de aanwezigheid van ESR1, een gen dat codeert voor oestrogeenreceptor alfa (ERa), in verband werd gebracht met een verlaagd risico op progressie. De aanwezigheid van ESR1-transcripten in combinatie met gelijktijdige afwezigheid van ERCC1-transcripten in CTC-verrijkte monsters bij aanvang en tijdens behandelingscycli bleek voorspellend te zijn voor een betere progressievrije overleving (PFS). Terwijl de aanwezigheid van ERCCI-transcripten en de afwezigheid van ESR1-transcripten op de basislijn en tijdens behandelingscycli een 12,77× grotere waarschijnlijkheid (odds ratio) van kankerprogressie aangaf.

De analyse van deze biomarkers heeft het potentieel om een vroege indicatie van PFS te geven, vooruitlopend op de resultaten van klinische onderzoeken, en suggereert dat CTC-karakterisering in de toekomst een waardevol hulpmiddel kan zijn voor geneesmiddelenonderzoek. Daarnaast concluderen de auteurs dat moleculaire karakterisering van CTC's voor en tijdens de behandeling een nuttig hulpmiddel kan zijn om eierstokkankerpatiënten te monitoren en meer inzicht kan geven in de biologie van deze moeilijk te behandelen ziekte. Volgens clinicaltrials.gov zijn er 1.024 actieve interventiestudies met meer dan 825.000 deelnemers aan eierstokkanker.