De opname van de Sienese bank op de zwarte lijst van beursgenoteerde bedrijven, waarvoor maandelijkse openbaarmakingen vereist zijn, dateert van 22 april 2021 en was ingegeven door de aanwezigheid, in de accountantsverklaring over de jaarrekening van 2020, van de oproep tot openbaarmaking van significante onzekerheden over het vermogen van de onderneming om haar bedrijfscontinuïteit te handhaven, aldus een nota van Consob.

Bovendien was de limiet voor kapitaalverlies zoals voorzien in artikel 2446 van het Burgerlijk Wetboek overschreden.

Op 3 januari jongstleden, vervolgde de nota, verzocht de bank om intrekking van de openbaarmakingsverplichting in het licht van de succesvolle afronding van de kapitaalverhoging van 2,5 miljard euro afgelopen najaar, die de financiële stress van de bank had weggenomen.

Consob heeft "in plaats van de maandelijkse aanvullende openbaarmakingsverplichtingen (...) het bedrijf verzocht om driemaandelijkse informatie te blijven verstrekken" over de stand van zaken bij de uitvoering van het industriële en financiële plan.

"In feite acht Consob het noodzakelijk om de markt te blijven voorzien van bijgewerkte informatie over de stand van zaken bij de uitvoering van het bedrijfsplan, waarvan de uitvoering ook relevant is met het oog op de toezeggingen aan de Europese Commissie," benadrukte Consob.

Ongeveer 15,40 Mps steeg met 1,8% op de beurs onder de banken die allemaal zeer sterk waren in het kielzog van de +10,7% van Unicredit na de rekeningen van 2022.

(Claudia Cristoferi, redactie Gianluca Semeraro)