De gisteren gepubliceerde kwartaalresultaten geven een gemengd beeld. Aan de ene kant bereikt de omzet 4,9 miljard $ in de afgelopen drie maanden. Dat is te danken aan het voorseizoen, een hoogtepunt dat sinds de zomer van 2019 niet meer is bereikt.

Aan de andere kant is het tweede kwartaal van 2023 met een boekhoudkundig verlies van 407 miljoen $ het veertiende opeenvolgende verlieslatdende kwartaal. Zeker, de enorme verliezen nemen af - we zijn ver verwijderd van de 2 tot 3 miljard $ verlies per kwartaal in 2021 - maar de situatie blijft kritiek.

Carnival heeft tussen 2020 en 2022 immers bijna 23 miljard $ verbrand. De cashflow is nog niet terug in het groen voor het lopende jaar, hoewel het er zeker naar uitziet dat dit wel gaat gebeuren. Er valt immers elk jaar tussen de 4 en 5 miljard $ aan investeringen in vaste activa ("capex") te absorberen.

Een ander gemengd signaal: hoewel de cruiseboekingen ook een record bereiken, ontsnappen de operationele uitgaven niet aan de inflatie en stijgen ze met 13,5 % exclusief brandstof.

In deze context rijst natuurlijk de vraag naar de solvabiliteit van een groep die 30 miljard $ nettoschuld op de balans heeft staan. De rentestijging zou wel eens pijn kunnen doen: zelfs als Carnival terug zou keren naar een operationele winst die vergelijkbaar is met die in de beste jaren, zou de rentelast deze bijna volledig absorberen.

Onder deze omstandigheden is het moeilijk om een bevredigend scenario voor de aandeelhouders te bedenken.