Crown LNG Holdings, dat terminals voor vloeibaar aardgas ontwikkelt om in barre weersomstandigheden te opereren, heeft er donderdag mee ingestemd om in New York naar de beurs te gaan via een fusie met een blanco chequebedrijf, in een deal die het gecombineerde bedrijf waardeert op $685 miljoen.

Crown zal samengaan met Catcha Investment Corp, een special purpose acquisition company (SPAC) gesteund door de investeringsfirma van tech-ondernemers Patrick Grove en Luke Elliott, zeiden de twee bedrijven in een door Reuters gelezen verklaring.

Catcha Investment Corp haalde $275 miljoen op via zijn beursgang in februari 2021. Zodra de deal is afgerond, zal Crown genoteerd worden aan de New York Stock Exchange.

Crown, gevestigd in Oslo, ontwikkelt twee infrastructuurprojecten in India en Schotland. Het bedrijf is van plan om de opbrengst van de SPAC-deal te gebruiken om beide projecten te financieren tot aan de definitieve investeringsbeslissing (FID), terwijl het uitbreidt naar nieuwe markten waaronder Vietnam en Canada, aldus Chief Executive Swapan Kataria.

De terminals van Crown maken gebruik van een op zwaartekracht gebaseerde structuur die gebruik maakt van een grote betonnen constructie die op de zeebodem ligt en opslagtanks en infrastructuur voor het importeren of exporteren van LNG herbergt.

Doordat de terminals van Crown offshore liggen, zijn ze goedkoper en eenvoudiger te bedienen dan LNG-infrastructuur op land, aldus het bedrijf. Crown's terminals bevinden zich op vaste offshore punten, waardoor schepen die de supergekoelde brandstof vervoeren gemakkelijker kunnen aanmeren in zwaar weer, in tegenstelling tot drijvende LNG-terminals die in ruwe zee kunnen worden verplaatst.

Catcha Group werd in 1999 opgericht door Grove en Elliott en heeft geïnvesteerd in verschillende technologie- en mediabedrijven in Zuidoost-Azië en Australië. Met de investering in Crown zet Catcha voor het eerst in op de energiesector.

Grove zei dat Catcha besloot om Crown te steunen omdat zijn bedrijf kan helpen om LNG naar markten te brengen die eerder over het hoofd werden gezien door bestaande exploitanten, terwijl het de vervanging van steenkool als brandstof voor elektriciteitsopwekking kan versnellen. (Verslag door David French in New York; Bewerking door Anirban Sen, Robert Birsel)