Cokal Limited heeft haar jaarlijkse verklaring van minerale hulpbronnen en ertsreserves per 30 juni 2022 vrijgegeven. Deze verklaring laat zien dat Cokal haar strategie van goedkope metallurgische steenkoolproductie met een hoge marge blijft uitvoeren, met verkoopbare productie van Bumi Barito Mineral (BBM) (Cokal 60%) vanaf het derde kwartaal van 2022. Veranderingen in de minerale bronnen en ertsreserves zijn het gevolg van de voortdurende technische werkzaamheden bij BBM, bijgewerkte aannames over de kolenprijs op lange termijn en verfijning van de aannames over de levensduur van de mijn, waaronder de exploitatiekosten en de kapitaaluitgaven voor ontwikkeling.

Cokal wijst op het aanzienlijke en uitgebreide technische werk dat eerder bij BBM is verricht, waaronder de A Haalbaarheidsstudie uitgevoerd door Resindo Resources & Energy Indonesia (Resindo), aangekondigd op 13 februari 2014; en een Geactualiseerde Haalbaarheidsstudie, die wijst op aanzienlijke verlagingen van de exploitatie- en kapitaalkosten van BBM, uitgevoerd door Resindo, en aangekondigd op 2 november 2016. BBM is een hoogwaardig metallurgisch steenkoolproject in de centrale provincie, Kalimantan, Indonesië met een oppervlakte van ongeveer 14.980 ha. BBM is momenteel in ontwikkeling en de eerste productie is gepland voor het derde kwartaal van 2022.

De gerapporteerde minerale bronnen en ertsreserves in deze aankondiging zijn opgesteld in overeenstemming met de 2012 editie van de "Australasian Code for reporting of Exploration Results, Mineral Resources and Ore Reserves" (de JORC Code 2012) en de ASX Listing Rules. In overeenstemming met de vereisten voor rapportage van een ertsreserve onder de JORC-code 2012 heeft Cokal een mijnplan en productieschema vastgesteld dat technisch haalbaar en economisch levensvatbaar is. De bewezen en waarschijnlijke kolenreserves zijn afgeleid van de respectieve kolenreserves overeenkomstig de JORC-code 2012.

De ertsreserves zijn alleen geschat op de gemeten en geïndiceerde delen van de schatting van de minerale reserves. De ertsreserves worden gerapporteerd met een afsnijding van de dikte van de kolenlaag van 0,3 m, in overeenstemming met de rapportage van de hulpbronnen. Op basis van de richtlijnen van de JORC-code 2012 zijn de gemeten voorraden die binnen de praktische putontwerpen vallen, grotendeels geclassificeerd als bewezen ertsreserves (afhankelijk van relevante wijzigingsfactoren) en zijn alle geïndiceerde voorraden die binnen de praktische putontwerpen vallen, geclassificeerd als waarschijnlijke ertsreserves.

De minerale bronnen in het rapport worden gerapporteerd inclusief ertsreserves.