De senatoren Edward Markey en Ron Wyden zijn van plan deze zomer een wetsontwerp in te dienen dat breedband onder de paraplu van een telecommunicatiedienst zou brengen, hetgeen betekent dat de aanbieders onder strenger toezicht van de Federal Communications Commision (FCC) zouden komen te staan, zo vertelde een bron die van de zaak op de hoogte is, aan Reuters. De afgevaardigde Doris Matsui werkt aan een begeleidende versie van het Huis.

Markey's kantoor zei in een verklaring dat "het duidelijker dan ooit is dat breedbandinternet een essentieel nutsbedrijf is" en dat "de bevoegdheid van de FCC dat moet weerspiegelen, zodat zij haar verplichtingen jegens het publiek kan nakomen door de netneutraliteitsregels opnieuw in te voeren."

De Washington Post berichtte als eerste over het mogelijke wetsontwerp.

Telecommunicatiebedrijven, die ook grote internetproviders zijn, vechten al meer dan een decennium tegen netneutraliteitsinspanningen, terwijl grote technologiebedrijven zoals Alphabet's Inc Google en Meta's Facebook sterk achter netneutraliteitsbeschermingen staan.

De FCC onder voormalig president Barack Obama heeft in 2015 netneutraliteitsregels aangenomen. Die werden in 2017 door de FCC onder voormalig president Donald Trump ongedaan gemaakt. De wetgevende macht van Californië reageerde door in augustus 2018 een staatswet aan te nemen die netneutraliteit voorschrijft, maar die in afwachting van rechtszaken in de wacht was gezet.

De Amerikaanse breedbandindustrie beëindigde haar juridische aanvechting van de Californische netneutraliteitswet in mei, waarbij een groep van brancheverenigingen die grote internetproviders zoals AT&T Inc, Verizon Communications en Comcast Corp vertegenwoordigt, hun juridische aanvechting van 2018 verwierp.

De FCC blijft verdeeld op 2-2 omdat de door Joe Biden genomineerde voor de laatste commissiezetel, Gigi Sohn, niet is goedgekeurd en een onzekere weg naar bevestiging wacht.

Voorstanders van netneutraliteitsregels beweren dat de beschermingen een vrij en open internet garanderen. Breedbandgroepen beweren dat de rechtsgrondslag van de regels uit het pre-internettijdperk verouderd is en investeringen ontmoedigt.