Het Nederlandse energiebedrijf Eneco is teruggekomen op zijn besluit om mee te doen aan de aanbesteding voor de bouw van een groot offshore windmolenpark in het Nederlandse deel van de Noordzee, vanwege de stijgende kosten en het risico op vertragingen.

De beslissing van Eneco is een tegenslag voor de Nederlandse regering, gezien de eerdere steun van het bedrijf bij de uitrol van offshore windenergie in het afgelopen decennium. Het bedrijf heeft vier offshore windparken in het Nederlandse deel van de Noordzee en is bezig met de bouw van een vijfde.

Het bedrijf was van plan om samen met de Noorse olie- en gasgroep Equinor een bod uit te brengen op het nieuwe windpark van 4 gigawatt (GW), verdeeld over twee locaties 60 km uit de Nederlandse kust.

Eneco heeft echter besloten dat de business case voor een bod is uitgehold door stijgende grondstofkosten, onzekerheid over elektriciteitsprijzen en -vraag, hoge rentetarieven en problemen met de toeleveringsketen.

Eneco riep de regering op om de opzet van haar offshore windaanbestedingen te heroverwegen, en zei dat deze te veel gericht zijn op de prijs die bouwers bereid zijn te betalen.

Eneco zei ook dat de aanbestedingen voor de windparken nu te groot zijn en beperkt zouden moeten worden tot ongeveer 1 GW om de risico's te beperken.

De aanbesteding voor het 4GW project, het grootste project van Nederland tot nu toe, sluit donderdag om 1600 GMT.

Een woordvoerder van de regering zei dat er geen zekerheid was over het aantal inschrijvingen, hoewel verschillende bouwers interesse in het project hadden getoond.

"We realiseren ons dat de marktomstandigheden zijn veranderd sinds de aanbesteding is uitgeschreven, waardoor de business case gecompliceerder is geworden," zei woordvoerster Noortje Beckers van het Ministerie van Klimaat.

Eneco's bestaande projecten hebben geholpen om de capaciteit in de Nederlandse Noordzee te verhogen tot bijna 5 GW en de overheid streeft ernaar om dit te verhogen tot bijna 21 GW in 2031.