Future Metals NL heeft aangekondigd dat het een Farm-in en Joint Venture-overeenkomst heeft gesloten met Octava Minerals Limited's ("Octava") op haar Ni-Cu-(PGE)-projecten Panton North en Copernicus North, die volledig in eigendom zijn, in de regio East Kimberley in West-Australië. Het Panton North project (EL5455) bevat de Panton North prospect en Panton West prospect, die beide bestaan uit gemineraliseerde ultramafische intrusies. Steenschilfers en bodemmonsters bij de Panton North prospect hebben een anomaal gemineraliseerd (palladium-platina-nikkel-koper) gebied van 1,3 km x 0,5 km aangetoond.

Er zijn slechts acht (8) ondiepe boringen verricht (ongeveer 100 m diepte) in de Panton North prospect door Freeport (1984) en Thundelarra (2002). Het noordelijke deel van de prospect vertoont een sterk anomale kopergeochemie bij bodemmonsters, die samenvalt met sterk restmagnetisme, een indicator van pyrrhotiet en dus sulfidemineralen. Dit specifieke gebied is nog niet getest door middel van boringen.

De Panton West prospect is een ultramafische intrusie van 1 km x 0,3 km met een oppervlaktegeochemie die een sterk palladium-, nikkel- en koperanomalisme vertoont. EM vanuit de lucht, gevlogen in 2006, identificeerde een aantal geleiders langs Panton West die grotendeels samenvallen met overgebleven magnetisme-anomalieën. In Panton West zijn geen historische boringen verricht.

Het Copernicus North-project (EL5459) ligt ongeveer 4 km van de historische Ni-Cu-mijn van Copernicus, die bij het begin van de mijnbouw een reserve had van 784.000 ton @ 1,1% Ni, 0,67% Cu en 0,05% Co1. Deze afzetting werd in 2007-2008 en in 2014-2016 door Panoramic Resources Limited ontgonnen in open groeves. Aan de zuidkant van het projectgebied ligt de Palamino prospect, een 800 m lange geochemische Ni-Cu-anomalie aan de oppervlakte (met bijbehorende ontwikkeling van gossanen aan de oppervlakte), gesteund door een 2 km lange ultramafische/pyroxenietische intrusie.

Er zijn in dit prospect slechts beperkte eerdere boringen verricht die de aanwezigheid van door pyroxeniet omgeven magmatische sulfidemineralen hebben bevestigd.