"Dit eerste voorstel van CVC was volledig ongevraagd en niet geïnitieerd door Toshiba," zei bestuursvoorzitter Osamu Nagayama.

Het bod komt drie weken nadat aandeelhouders een onafhankelijk onderzoek naar het door schandalen geteisterde bedrijf goedkeurden.

Een beursgang zou Toshiba en Chief Executive Nobuaki Kurumatani, die bij CVC in dienst trad, kunnen beschermen tegen de toenemende druk van activistische aandeelhouders die een beter bestuur eisen.

Analisten hebben ook gewaarschuwd voor strenge controles door toezichthouders, aangezien Toshiba onder meer kernreactoren bouwt, defensie-uitrusting levert en lithium-ionbatterijen gebruikt in onderzeeërs.

Nagayama zei dat het voorstel van CVC afhankelijk was van financieringshulp van mede-investeerders en financiële instellingen.

"We verwachten dat een dergelijk financieringsproces veel tijd in beslag zal nemen en complexiteit met zich mee zal brengen," zei hij.

Het financiële dagblad Nikkei zei dat de door de staat gesteunde Japan Investment Corp (JIC) en de Development Bank of Japan (DBJ) zich bij het bod van CVC zouden aansluiten.

Zowel JIC als DBJ weigerden commentaar te geven.

CVC was van plan begin juli een overnamebod uit te brengen en wilde de aandelen in oktober van de beurs halen, aldus de Nikkei.

Toshiba verwacht dat CVC volgende week al een formeel voorstel zal doen, dat zal worden onderzocht door een speciale commissie bestaande uit externe bestuurders, aldus een bron die bekend is met de zaak.

De bron, die niet bij naam genoemd wil worden omdat het om een privéaangelegenheid gaat, zei dat CVC ongeveer 5.000 yen per aandeel bood, een premie van 30% ten opzichte van de eerdere waarde.

Het aandeel Toshiba daalde op de beurs van Tokio met 5,4% tot 4.265 yen nadat de verklaring van de voorzitter beleggers aanzette tot een voorzichtige kijk op de totstandkoming van een deal.

Tientallen activistische fondsen namen belangen in Toshiba toen het bedrijf in 2017 voor 600 miljard yen ($ 5,48 miljard) aan aandelen verkocht tijdens een crisis als gevolg van het faillissement van zijn Amerikaanse kernenergie-eenheid.