Zinnwald Lithium plc, kondigde aan dat een NI 43-101 standaard Voorlopige Economische Studie ('Het Technisch Rapport' of 'PEA') is gepubliceerd over haar geïntegreerde Zinnwald Lithium Project in Duitsland ('het Project') gericht op het leveren van lithium hydroxide ('LiOH') van batterijkwaliteit aan de Europese batterijsector.
De 100% dochteronderneming van Zinnwald Lithium, Deutsche Lithium GmbH ("DL"), heeft opdracht gegeven voor een technisch rapport over het Zinnwald Lithium Project (het "Project") in Saksen, Duitsland. Het project is gelegen nabij de stad Altenberg, 35 km ten zuiden van Dresden en grenzend aan de grens met Tsjechië en ligt in een ontwikkeld gebied met goede infrastructuur, diensten, faciliteiten en toegangswegen. Stroom- en watervoorziening is beschikbaar via bestaande regionale netwerken. DL is sinds 2011 in het bezit van licentiegebieden in Zinnwald en heeft van 2011 tot 2017 verschillende boorcampagnes uitgevoerd om een minerale bron af te bakenen. DL kreeg vervolgens een mijnbouwvergunning voor haar kerngebied Zinnwald License (de "License") van 2.565.800m2, geldig tot december 2047 (onder voorbehoud van ontvangst van operationele vergunningen). In mei 2019 werd een technisch rapport van de NI 43-101 Haalbaarheidsstudie voor het Project gepubliceerd en in september 2020 bijgewerkt (het "2019 FS"). Dit was echter gebaseerd op een kleinschaliger, niche eindproduct (Lithium Fluoride) project dat ontworpen was om intern gefinancierd en geïntegreerd te worden in de operationele strategie van de oorspronkelijke eigenaren. Sinds juni 2021 heeft Zinnwald Lithium Plc ("ZLP") het ontwikkelingsplan verfijnd in antwoord op de bredere dynamiek van de lithiummarkt en is de strategie gewijzigd om zich te richten op een grootschaliger operatie die lithiumhydroxide-monohydraat ("LiOH", "LHM" of "LiOH*H20"); om het Project vanuit kostenoogpunt te optimaliseren en ook om de potentiële impact op het milieu en de lokale gemeenschappen te minimaliseren. Alle aspecten van het project, van de mijnbouw tot de productie van het eindproduct, zullen nu in de buurt van de afzetting zelf plaatsvinden. Het in dit technisch rapport beschreven project omvat een ondergrondse mijn met een nominale productie van ongeveer 880.000 ton/jaar erts met naar schatting 3.004 ppm Li en 75.000 ton/jaar onvruchtbaar gesteente. Het ertsvervoer vindt plaats via een 7 km lang netwerk van ondergrondse op- en afritten van de tinmijn "Zinnerz Altenberg", die in 1991 werd gesloten. De verwerking, waaronder mechanische scheiding, lithiumactivering en lithiumproductie, zal worden uitgevoerd in een industriële installatie nabij het dorp Bärenstein, in de nabijheid van de bestaande ondergrondse mijntoegang en een bestaande locatie voor het afzetten van residuen met een aanzienlijke resterende capaciteit.