De Amerikaanse olieproductie en wereldwijde vraag naar olie zullen dit jaar waarschijnlijk grotere records vestigen dan eerder werd verwacht, aldus de U.S. Energy Information Administration op dinsdag.

Het agentschap verwacht nu dat de Amerikaanse olieproductie dit jaar met ongeveer 310.000 vaten per dag (bpd) zal toenemen tot 13,24 miljoen bpd, ongeveer 40.000 bpd meer dan de vorige prognose in mei. Voor volgend jaar wordt een Amerikaanse productie van ongeveer 13,71 miljoen bpd verwacht, iets onder de vorige voorspelling van 13,73 miljoen bpd.

De wereldwijde vraag naar olie zal dit jaar naar verwachting ook boven de ramingen uitkomen, die al een recordhoogte voorspelden, volgens de juni-editie van de kortetermijnvooruitzichten voor energie van de EIA.

Het wereldwijde verbruik van ruwe olie en vloeibare brandstoffen zal dit jaar naar verwachting met 1,1 miljoen bpd stijgen tot 103 miljoen bpd, aldus de EIA. Dat is vergelijkbaar met een eerdere voorspelling van ongeveer 102,8 miljoen bpd.

De wereldwijde vraag naar olie zal volgend jaar waarschijnlijk stijgen tot 104,5 miljoen bpd, aldus de EIA, iets hoger dan de vorige prognose van 104,3 miljoen bpd.

De opwaartse herzieningen van de vraaggroei, ondanks recente zorgen over een vertragende consumptie, maakten het rapport bescheiden positief voor de oliemarkten, aldus UBS-analist Giovanni Staunovo.

Staunovo merkte ook op dat het agentschap de voorspellingen voor de wereldwijde olieproductie voor dit jaar heeft verlaagd.

De EIA verwacht nu een wereldwijde olieproductie van ongeveer 102,6 miljoen bpd, vergeleken met de voorspelling van 102,8 miljoen bpd in mei. De aanpassing werd doorgevoerd omdat de OPEC+ producentengroep plannen aankondigde om de productie vanaf het vierde kwartaal te verhogen, terwijl de EIA had verwacht dat de producentengroep eerder in actie zou komen.

De langzamere toename van de OPEC+ voorraden zou moeten leiden tot een daling van de wereldwijde olievoorraden in het eerste kwartaal van volgend jaar en een opwaartse druk op de olieprijzen, aldus de EIA. (Verslaggeving door Shariq Khan in New York en Liz Hampton in Denver; bewerking door Jonathan Oatis en Leslie Adler)