Britse aandelen begonnen de week met een sombere noot, gedrukt door verliezen bij mijnbouwers van onedele metalen, terwijl traders zich onthielden van grote weddenschappen in de aanloop naar een belangrijke Amerikaanse inflatierapportage.

De blue-chip FTSE 100 stond vanaf 0816 GMT 0,1% lager, onder druk van een daling van 1,6% bij de mijnbouwers in de industriemetalen, nadat de ijzerertsprijzen verder daalden.

De focus van de markt voor deze week ligt op de Amerikaanse consumentenprijzen en binnenlandse arbeidsmarktgegevens, die beide dinsdag verschijnen en de rentetariefverwachtingen van de centrale banken zullen sturen.

Ter opluchting van de Bank of England (BoE) bleek uit een enquête dat de Britse arbeidsmarkt in februari sterk vertraagde, toen wervingsbureaus de grootste daling in de vraag naar personeel van werkgevers sinds begin 2021 meldden.

De geldmarkten houden momenteel rekening met ongeveer 67 basispunten aan renteverlagingen door de BoE dit jaar.

De FTSE 250 met middelgrote kap daalde met 0,2%, aangevoerd door een daling van 11,1% in Currys nadat de Amerikaanse investeerder Elliott Advisors zei dat het niet van plan is om een bod uit te brengen op de detailhandelaar in elektronica. Marks & Spencer's steeg 2,2% nadat RBC Capital Markets de retailer had opgewaardeerd van "sector perform" naar "outperform". (Verslaggeving door Shristi Achar A in Bengaluru; Bewerking door Sonia Cheema)