De totale prijsgroei versnelde van 6,9% een maand eerder naar 7,0% in april, doordat de stijgende diensten- en energiekosten een vertraging in de groei van de voedselprijzen compenseerden.

Hoewel de onderliggende prijsgroei, waarop de beleidsmakers van de Europese Centrale Bank zich de afgelopen maanden vooral hebben gericht, iets vertraagde, bleef de cruciale dienstencomponent versnellen, wat wijst op een toenemende loondruk waardoor de inflatie boven de doelstelling van 2% van de ECB zou kunnen blijven steken.

Zonder de volatiele voedsel- en brandstofprijzen vertraagde de kerninflatie van 7,5% naar 7,3%, terwijl een nog engere maatstaf, die alcohol en tabak uitsluit, vertraagde van 5,7% naar 5,6%, de eerste daling sinds juni vorig jaar.

De inflatie ligt al bijna twee jaar boven de doelstelling van 2% van de ECB en de bank heeft de rente sinds juli vorig jaar met in totaal 375 basispunten verhoogd om de op hol geslagen prijsgroei een halt toe te roepen.

Maar er zullen waarschijnlijk meer verhogingen volgen, want het kan 2025 duren voordat de inflatie weer op het streefcijfer zit en de "laatste mijl" van desinflatie, van 3% naar 2%, kan bijzonder moeilijk zijn en bijna 2 jaar duren.

De inflatie in de dienstensector, die voornamelijk wordt aangedreven door de arbeidskosten, versnelde van 5,1% naar 5,2%, wat de vrees van de beleidsmakers bevestigde dat de nominale lonen gevaarlijk snel zouden kunnen stijgen.

De lonen zijn in reële termen nog steeds lager door de snelle inflatie, maar de lage werkloosheid en de toenemende krapte op de arbeidsmarkt, vooral in de dienstensector, drijven de nominale lonen op.

De ECB heeft lang gezegd dat een nominale loonstijging van 3% in overeenstemming zou zijn met haar inflatiedoelstelling, maar dit jaar zou de stijging wel eens twee keer zo snel kunnen zijn.

Onverwacht genereuze loonafspraken in Duitsland, de grootste economie van het blok, verhogen ook het risico dat de arbeidskosten volgend jaar extra snel kunnen blijven stijgen, waardoor de inflatie langer aanhoudt.

De markten zien de depositorente van de ECB van 3,25% deze zomer stijgen tot net onder de 3,75%, maar sommige beleidsmakers hebben al gewaarschuwd dat dit misschien niet genoeg is.

De inflatieverwachtingen van zowel consumenten als de markt zijn de afgelopen maanden gestegen, zelfs nu de energiekosten dalen, wat erop wijst dat de inflatie nu meer verankerd is dan vroeger en voornamelijk wordt aangedreven door lonen, diensten en de binnenlandse vraag.

De volgende vergadering van de ECB is op 15 juni en de ECB heeft in principe beloofd om de rente dan opnieuw te verhogen.