De twee grootste centrale banken ter wereld hebben de rentetarieven in een snel tempo verhoogd om de inflatie te bestrijden en een deel van hun massale obligatieaankopen af te bouwen, die banken overspoelden met geld toen de prijsgroei traag was en de leenkosten al op nul stonden.

Het Fed-paper, dat volgende week op de jaarlijkse bijeenkomst van de ECB in Portugal aan topmanagers van centrale banken zal worden gepresenteerd, gaat in op de vraag hoeveel contant geld de Fed en de ECB in het bankwezen moeten aanhouden om aan de vraag naar reserves te voldoen nu monetaire stimulering niet langer nodig is.

De auteur, een senior adviseur van de Federal Reserve Board, schat dat de Fed de totale reserves zou kunnen verlagen van de huidige $6 biljoen naar $600 miljard tot $3,3 biljoen, afhankelijk van of de Fed in ruil daarvoor Amerikaanse staatsobligaties of minder begeerde activa zou accepteren.

Amerikaanse schatkistcertificaten en Duitse staatsobligaties hebben een premie op de markt vanwege hun liquiditeit en veiligheid, wat betekent dat banken minder geneigd zijn om ze te ruilen voor deposito's bij de centrale bank.

Op dezelfde manier zou de ECB haar eigen liquiditeitsverschaffing kunnen terugbrengen van de huidige 4,1 biljoen euro ($ 4,51 biljoen) tot slechts 521 miljard euro, als ze alleen Duitse staatsobligaties accepteert, of 1,4 biljoen euro tegen andere activa.

Geen van beide scenario's is op korte termijn volledig plausibel, aangezien zowel de Fed als de ECB een mix van staatsobligaties en andere soorten schuldpapier op hun balans hebben staan.

Het document richt zich in het bijzonder op vraag en aanbod van reserves en het relatieve gemak van de activa die de centrale banken in ruil daarvoor ontvangen.

Er wordt geen rekening gehouden met andere variabelen; de ECB begint bijvoorbeeld te discussiëren over het al dan niet veranderen van haar huidige kader, waarin reserves ruim voorhanden zijn en de leenkosten voor banken zijn gekoppeld aan de rente die de centrale bank op deposito's betaalt.

Het document houdt ook geen rekening met de mogelijke neveneffecten van een grote balans, zoals het opblazen van de prijs van sommige financiële activa of het verzwakken van de stimulans voor overheden om een gezond fiscaal beleid te voeren.

"Ik beschouw mijn schattingen als een benchmark van waaruit beleidsmakers de balansomvang naar boven of beneden kunnen bijstellen, afhankelijk van hun visie op het belang van andere factoren," zei auteur Annette Vissing-Jorgensen in haar paper.

($1 = 0,9093 euro)