De gegevens benadrukken de uitdaging waar de Bank of Japan (BOJ) voor staat bij het plannen van haar volgende renteverhoging, aangezien de kostendruk door de zwakke yen de inflatie boven haar doelstelling van 2% houdt - maar ook de consumptie schaadt.
De stijging van de kernindex van de consumentenprijzen (CPI) in Tokio, een voorlopende indicator van de landelijke cijfers, was lager dan de mediane marktverwachting voor een stijging van 2,0% en volgde op een stijging van 1,9% in mei.
Een aparte index die de effecten van verse voedingsmiddelen en brandstofkosten uitsluit, die door de BOJ nauwlettend in de gaten wordt gehouden als een bredere indicator van de prijstrend, steeg in juni met 1,8% na een stijging van 1,7% in mei.
De Japanse economie kromp in het eerste kwartaal met 1,8% op jaarbasis doordat bedrijven en huishoudens hun uitgaven terugschroefden, wat twijfel zaait over de visie van de centrale bank op een gematigd herstel.
Hoewel analisten verwachten dat de groei in het huidige kwartaal weer zal aantrekken, drukt de zwakke yen op het sentiment van huishoudens doordat de kosten van de invoer van brandstof en voedsel stijgen.
De BOJ maakte in maart een einde aan acht jaar negatieve rentetarieven en andere overblijfselen van haar radicale monetaire stimuleringsmaatregelen, omdat ze van mening was dat een duurzame verwezenlijking van haar inflatiedoelstelling van 2% in zicht was gekomen.
De gouverneur van de BOJ, Kazuo Ueda, heeft gezegd dat de centrale bank de rente zal verhogen van het huidige bijna-nulniveau als de onderliggende inflatie, die rekening houdt met de CPI en bredere prijsindicatoren, versnelt richting 2%, zoals ze momenteel verwacht.
De centrale bank verwacht dat stijgende lonen de diensteninflatie zullen opdrijven en de inflatie duurzaam rond de 2% zullen houden, een voorwaarde die ze heeft gesteld om de monetaire stimulans verder af te bouwen.
