De rechtszaak werd aangespannen in de federale rechtbank van Los Angeles door de grootste Amerikaanse bedrijfslobby, de U.S. Chamber of Commerce, samen met de American Farm Bureau Federation en verschillende Californische bedrijfsgroepen. Zij beweren dat de eerste wetten in hun soort "enorme" kosten voor bedrijven met zich mee zullen brengen en de grondwettelijke bescherming van de vrijheid van meningsuiting zullen schenden door openbaarmakingen af te dwingen.

De groepen beweren ook dat de wetten ongeldig zijn omdat ze de facto als nationale emissieregelgeving fungeren, een gebied dat voorbehouden is aan de federale overheid.

De California Air Resources Board, die als gedaagde werd genoemd in de rechtszaak, weigerde commentaar te geven.

De twee wetten, die vorig jaar door de Democratische gouverneur Gavin Newsom zijn aangenomen, zijn bedoeld om het publiek en investeerders te helpen bij het beoordelen van klimaatgerelateerde claims van grote bedrijven.

Een van de aangevochten wetten vereist dat openbare en particuliere bedrijven die in de staat actief zijn en meer dan $1 miljard per jaar aan inkomsten genereren, vanaf 2026 een uitgebreid overzicht van hun CO2-uitstoot publiceren. De wet vereist de openbaarmaking van zowel de eigen uitstoot van de bedrijven als de uitstoot van hun leveranciers en klanten.

De andere aangevochten wet vereist dat bedrijven die in de staat actief zijn en meer dan $500 miljoen aan inkomsten genereren, klimaatgerelateerde financiële risico's en strategieën om die risico's te beperken, bekendmaken.