De verklaring van de People's Bank of China (PBOC), afgelegd na haar vergadering van het comité voor monetair beleid voor het vierde kwartaal op zaterdag, is het laatste teken dat de Chinese regelgevers de beperkingen op de onroerend-goedsector marginaal versoepelen om een hard-landing te voorkomen.
In een echo van China's jaarlijkse centrale economische werkconferentie van begin december zei de PBOC dat zij prioriteit zal geven aan economische stabiliteit, te midden van een steeds strenger wordende externe omgeving en de niet aflatende wereldwijde pandemie.
"De PBOC...is voorzichtiger geworden wat haar groeivooruitzichten betreft, heeft aangegeven dat zij van plan is brede en gerichte beleidsinstrumenten te gebruiken om de reële economie op een meer pro-actieve manier te ondersteunen, en heeft in de marge haar toon voor de vastgoedsector versoepeld," zeiden analisten van Goldman Sachs in een nota op zondag.
"Wij verwachten dat de centrale bank meer langetermijnliquiditeit zal injecteren via verlagingen van de RRR en diverse leenfaciliteiten, dat de begrotingsuitgaven de groei meer zullen ondersteunen dan in 2021, en dat de lokale overheden het vastgoedbeleid op lokaal niveau zullen versoepelen."
De PBOC zei dat zij haar monetaire beleid flexibel en passend zal houden, en de liquiditeit redelijk ruim. Zij zal de steun aan de reële economie versterken, met een voorkeur voor kleine bedrijven.
De centrale bank herhaalde dat zij de hervormingen van de valutamarkt zal verdiepen en de flexibiliteit van de wisselkoers van de yuan zal vergroten, terwijl zij bedrijven en financiële instellingen zal begeleiden om "risico-neutraal" te zijn.
