"Een nationale privacywet die duidelijk en eerlijk is voor het bedrijfsleven en mondig voor de consument, zal het digitale ecosysteem bevorderen dat Amerika nodig heeft om te concurreren," aldus de groepen in een brief aan leden van het Congres.

Privacyvoorstellen zouden betrekking hebben op online interacties, maar zouden breder kunnen zijn dan alleen tech, en ook financiële diensten of andere sectoren van de economie kunnen omvatten.

De brief is ondertekend door de U.S. Chamber of Commerce en bedrijfsgroepen zoals Consumer Data Industry Association, Foodservice Equipment Distributors Association, TechNet, Software & Informational Industry Association, plaatselijke filialen van de kamer en anderen.

De brief van de Kamer wordt vrijgegeven op het ogenblik dat een groep van 20 organisaties, onder leiding van TechNet en waaronder o.a. NetChoice en de Business Roundtable, het startschot geven voor een bredere inspanning om aan te dringen op privacywetgeving.

In de brief wordt opgemerkt dat het al meer dan drie jaar geleden is dat Californië een wet op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer heeft aangenomen, waarvan verwacht werd dat die het Congres ertoe zou aanzetten federale wetgeving aan te nemen.

In plaats daarvan, aldus de brief, hebben andere staten, waaronder Virginia en Colorado, ook wetgeving aangenomen. "Deze voorstellen zouden zeer uiteenlopende benaderingen inzake handhaving, plichten en toepassingsgebied inhouden, waardoor het voor kleine bedrijven ongelooflijk moeilijk zou worden om te concurreren," aldus de groepen.

Zij merkten op dat de Federal Trade Commission ook overweegt de kwestie aan te pakken, wat volgens de groepen "een extra laag van complexiteit zou toevoegen aan de lappendeken van staten."

De wetgevers in het Amerikaanse Congres lijken het er in grote lijnen over eens te zijn dat er een soort privacywetgeving moet komen, en er zijn al veel wetsontwerpen ingediend. Maar men is het er niet over eens hoe streng die moet zijn en, misschien wel het meest omstreden, of de federale wetgeving voorrang moet hebben op de privacywetten van de staten.