De Franse regering kondigde in oktober aan dat het staatsbedrijf EDF, dat binnenkort volledig genationaliseerd wordt, volgend jaar minder van zijn kernenergie tegen door de toezichthouder vastgestelde prijzen aan kleinere rivalen zal verkopen dan in 2022.

EDF zal 100 terrawattuur (TWH) aan rivalen moeten verkopen tegen wat bekend staat als de Arenh-prijs - of prijs onder het markttarief - die door de toezichthouder is vastgesteld, aldus de regering, tegenover 120 TWH dit jaar.

Dat betekent dat bedrijven hogere prijzen moeten betalen.

De aanvragen voor stroom onder het Arenh-plafond bedroegen 148,3 TWh voor 2023, zo bleek uit gegevens van de Energy Regulatory Commission (CRE).

Dat betekent dat het toewijzingspercentage voor de vraag naar goedkope elektriciteit met zeven procentpunten is gedaald van 74,8% in 2022 naar 67,4%, waardoor er extra elektriciteit moet worden gekocht tegen hoge marktprijzen, aldus Uniden.

De directe gevolgen voor de industrie zijn ongeveer 30 euro extra per megawattuur (MWh), of 3,5 miljard euro, voegde Uniden eraan toe.

($1 = 0,9500 euro)