In de brief aan JPMorgan Chase & Co, Bank of America Corp, Wells Fargo & Co en de vier andere banken die samen Zelle ondersteunen, schatten de senatoren dat Zelle-gebruikers meer dan 440 miljoen dollar hebben verloren door fraude en dat de banken niet genoeg doen om hen te beschermen.
De brief, waarin gegevens van Zelle's moederbedrijf Early Warning Systems (EWS) worden aangehaald, werpt een nieuw licht op de omvang van de fraude met het bijna onmiddellijke betalingssysteem en zal waarschijnlijk de druk op de grote banken verhogen om de bescherming te verbeteren.
"Het platform biedt nog steeds zwakke consumentenbescherming en deelnemende banken bieden onvoldoende hulp aan gedupeerde klanten," schreef de groep senatoren, waaronder ook Jack Reed, Sherrod Brown en Chris Van Hollen.
Zelle, gezamenlijk eigendom van en gebruikt door zeven van de grootste Amerikaanse banken, verwerkte in 2021 1,8 miljard individuele transacties voor een totaalbedrag van $ 490 miljard, volgens gegevens van EWS. Dat was een stijging van 49% ten opzichte van 2020, omdat de adoptie van de tool gedurende de pandemie versnelde, volgens bedrijfsgegevens.
JPMorgan weigerde commentaar te geven. Alle andere banken reageerden niet op verzoeken om commentaar.
Opgericht in 2017, zijn Zelle-transacties minder duur voor banken dan fysieke diensten zoals papieren cheques en filialen. Maar de senatoren zeggen dat het onmiddellijke karakter van Zelle-betalingen klanten geen mogelijkheid biedt om transacties te annuleren.
In april schreef de groep senatoren EWS aan met het verzoek om details over het beleid ter bescherming van klanten. Enkele van de antwoorden van EWS werden onthuld in de brief die de senatoren vrijdag aan de banken hebben gestuurd.
EWS zegt dat banken klanten volledige terugbetaling geven bij ongeoorloofde transacties en dat dit beleid verder gaat dan wat de wet voorschrijft. De senatoren beweren dat dit geen bescherming biedt aan klanten die onbewust een betaling aan een fraudeur goedkeuren. (Verslaggeving door Elizabeth Dilts Marshall; bewerking door Michelle Price en Jonathan Oatis)
