Alle nieuwe auto's die vanaf 2035 in de EU worden verkocht, moeten een CO2-uitstoot van nul hebben, volgens het belangrijkste klimaatbeleid van de EU voor auto's, dat de landen eerder dit jaar zijn overeengekomen.
De Europese Commissie werkt echter aan een wettelijke route om de verkoop van nieuwe auto's die alleen op e-brandstoffen rijden ook na 2035 door te laten gaan, nadat Duitsland om deze vrijstelling had gevraagd.
Uit een conceptwetsvoorstel van de EU, dat door Reuters is ingezien, blijkt dat Brussel van plan is om strenge voorwaarden te stellen aan auto's die op e-brandstof rijden - ze moeten op volledig CO2-neutrale brandstoffen rijden.
E-brandstoffen worden als CO2-neutraal beschouwd als ze worden gemaakt met behulp van opgevangen CO2-emissies die de CO2 compenseren die vrijkomt bij de verbranding van de brandstof in een motor.
De ontwerpregels zouden strenger zijn dan de regels voor koolstofarme brandstoffen in sommige andere klimaatbeleidsmaatregelen van de EU. Landen kunnen bijvoorbeeld bepaalde brandstoffen gebruiken om aan de EU-doelstellingen voor hernieuwbare energie te voldoen als ze een emissiereductie van 70% realiseren, in plaats van 100%.
Noch de Commissie, noch het Duitse ministerie van Transport reageerden onmiddellijk op verzoeken om commentaar.
De ontwerpregels zouden een wettelijke basis vormen voor autofabrikanten om een nieuw type voertuig te registreren - een auto met verbrandingsmotor die uitsluitend op deze koolstofneutrale brandstoffen rijdt.
Dergelijke voertuigen moeten zo ontworpen zijn dat de motor niet start als het voertuig op CO2 uitstotende benzine rijdt, volgens de ontwerpregels, die nog kunnen veranderen voordat ze later dit jaar gepubliceerd worden.
Fabrikanten zouden technologieën moeten gebruiken om ervoor te zorgen dat dergelijke auto's alleen werken als ze CO2-neutrale brandstoffen gebruiken. Dit zou bijvoorbeeld kunnen bestaan uit apparatuur die de chemische eigenschappen van de brandstof bijhoudt, aldus het ontwerp.
Autofabrikanten zullen ook specifieke regels moeten ontwikkelen om ervoor te zorgen dat er niet met deze technologieën geknoeid kan worden, voegde het document eraan toe. (Verslaggeving door Kate Abnett, aanvullende rapportage door Riham Alkousaa in Berlijn; bewerking door Philip Blenkinsop en Miral Fahmy)
