In het document, dat door Reuters is ingezien, staat ook dat landen met gemiddelde schuldproblemen moet worden gevraagd om hun schuld/BBP-ratio's met minimaal 0,5% van het BBP te verlagen.

Hoewel de EU nog moet definiëren welke landen zij als "met een hoge schuld" zou classificeren, zijn Griekenland en Italië - met een staatsschuld/BBP-ratio van respectievelijk 178% van het BBP en 147% van het BBP - voor de hand liggende kandidaten.

Het Duitse document maakt deel uit van een discussie tussen de 27 EU-landen, en in het bijzonder de 20 landen die de euro delen, over hoe de schuldregels van de EU die de gemeenschappelijke munt ondersteunen, aangepast moeten worden aan de nieuwe realiteit van hoge post-pandemische overheidsschulden en de behoefte aan hoge investeringen om klimaatverandering te voorkomen.

Het is de bedoeling om voort te bouwen op voorstellen van de Europese Commissie om elk land toe te staan om met de uitvoerende macht van de EU te onderhandelen over zijn individuele schuldverlaging, in plaats van iedereen een uniforme regel op te leggen.

De bestaande regels vereisen dat elk land zijn schuld jaarlijks met 1/20e van het overschot boven het EU-maximum van 60% van het BBP vermindert, maar dat wordt nu als onrealistisch gezien nadat regeringen zwaar hebben geleend om de verlichtingsmaatregelen van COVID-19 te betalen.

Berlijn en verschillende andere EU-landen maken zich zorgen dat het voorstel voor individueel onderhandelde schuldverminderingstrajecten de Commissie te veel politieke discretie zou geven.

"(De regel) zou een bindende ondergrens moeten vaststellen voor een noodzakelijke daling van de schuldquote van een aanzienlijke omvang in elk jaar," aldus de Duitse krant.

"Als ondergrens zou bijvoorbeeld kunnen worden bepaald dat de schuldquote met ten minste 1 procentpunt per jaar moet dalen voor lidstaten met een hoge schuld/schuldquote en met ten minste 0,5 procentpunt per jaar voor lidstaten met een gemiddelde schuld/schuldquote van meer dan 60%."

Het document riep ook op tot het gebruik van de uitgavenbenchmark als een manier om de overheidsuitgaven te sturen, waarbij verhogingen van de netto primaire uitgaven onder verhogingen van de potentiële groei van de economie worden gehouden.

Hoe groter de schuld van een land, hoe groter de kloof tussen de stijgingen van de uitgaven en de potentiële groei zou moeten zijn, wat zou leiden tot een algemene daling van het overheidstekort en dus ook van de schuld, aldus het document.

Om te voorkomen dat regeringen pijnlijke bezuinigingen op de lange baan schuiven of uitstellen tot na de verkiezingen, riep Berlijn op om de tekortreductietrajecten niet langer te laten duren dan een reguliere verkiezingscyclus.