De economie van de eurozone ligt op koers voor een schuchter en fragmentarisch herstel, aangedreven door toegenomen bestedingen maar gedrukt door een matte vraag naar investeringen en arbeid, zo lieten de grootste bedrijven van het blok de Europese Centrale Bank weten in een regelmatig terugkerende enquête.

De economie van de eurozone stagneerde de afgelopen zes kwartalen en een aparte enquête van vrijdag voorspelde dit jaar een jaarlijkse groei van slechts 0,5%, wat suggereert dat het tot ver in volgend jaar zou kunnen duren voordat de groei weer trendmatig wordt.

"De contactpersonen waren het over het algemeen eens met het basisverhaal van een geleidelijk maar bescheiden herstel van de bedrijvigheid in de loop van het jaar", aldus de ECB na een enquête onder 57 toonaangevende bedrijven. "De recente cyclus van voorraadvermindering kwam tot een einde, samen met voorzichtige tekenen van een verbeterend consumentenvertrouwen."

Wat de inflatie betreft, meldden bedrijven een lichte stijging, voornamelijk door een opleving van de prijzen van sommige intermediaire goederen en diensten, aldus de ECB. Maar de groei van de prijzen dichter bij de eindconsument bleef geleidelijk afnemen, voegde de ECB eraan toe.

Aan de positieve kant meldden bedrijven in de consumptiegoederensector een "redelijke" groei en bedrijven in intermediaire goederen meldden dat de vraag stabiliseerde of zelfs toenam.

Zij zeiden ook dat de vraag naar consumentenelektronica zich begon te herstellen, aldus de ECB.

Detailhandelaren bleven echter vrij somber over de algemene vooruitzichten voor de detailhandel en ook in de voedingsindustrie is er geen sprake van enige ommekeer.

Ook de investeringen bleven zwak, waarbij bedrijven in de kapitaalgoederenindustrie vooral wezen op de nog steeds afnemende vraag en de dalende productie.

"Contacten beschreven een zwak werkgelegenheidsvooruitzicht te midden van beperkte wervingsbehoeften en een aanhoudende focus op kostenbeheersing," voegde de ECB eraan toe. (Verslaggeving door Balazs Koranyi, bewerkt door Francesco Canepa en Tomasz Janowski)