Energie: vorige week zagen we een kleine stijging van de olieprijs, ondanks tegenwind, zoals de stijging van de Amerikaanse dollar en de sterke toename van de wekelijkse voorraden in de Verenigde Staten (die met 12 miljoen vaten zijn gestegen). De OPEC en het Internationaal Energieagentschap (IEA) hebben hun maandelijkse rapport over de oliemarkten gepubliceerd. Er is niet veel veranderd ten opzichte van januari aangezien de OPEC en het IEA hun oorspellingen voor de wereldwijde vraag naar olie niet hebben aangepast. Het kartel blijft zeer optimistisch over de vraag, terwijl het IEA veel minder optimistisch is en rekent op een afname van de vraag. De Europese Brent-olie stijgt naar 83 USD, terwijl de Amerikaanse WTI een stijging naar 78,50 USD per vat laat noteren. In Europa leidt de milde winter en een comfortabel voorraadniveau de gasprijs naar een nieuw jaarlijks dieptepunt, op 24 EUR/MWh.

Metalen: tegenslag voor goud, dat terugvalt naar de 2.000 USD per ons, getroffen door de laatste economische statistieken uit de Verenigde Staten, die de Federal Reserve niet aansporen om haast te maken met het verlagen van de belangrijkste rentevoeten. Als gevolg schoten de obligatierendementen omhoog ten nadele van het goud, dat terugkeert naar zijn startpunt, dat zich precies op 2.015 USD situeert. Wat betreft de industriële metalen, stond koper stil aan de LME, op 8.150 USD, net als aluminium (2.200 USD) en zink (2.300 USD).

Landbouwproducten: er is geen verbetering in zicht in Chicago, waar de graanprijzen hun neerwaartse dynamiek voortzetten. Maïs wordt verhandeld rond 430 cent, tegen 570 cent voor een bushel tarwe.