Maleisische tegoeden wereldwijd in gevaar nu de erfgenamen van wijlen Sultan 15 miljard dollar claimen

De erfgenamen van een 19e eeuws sultanaat trachten overal ter wereld beslag te leggen op Maleisische overheidsgoederen in een poging om een arbitraal vonnis van $ 14,9 miljard dat zij tegen de Zuidoost-Aziatische natie gewonnen hebben, af te dwingen, ondanks een schorsing van de zaak door een Franse rechtbank, vertelden hun advocaten aan Reuters.

Een Frans scheidsgerecht veroordeelde Maleisië in februari tot betaling van de som aan de nakomelingen van de laatste sultan van Sulu om een geschil over een landdeal uit het koloniale tijdperk te beslechten.

Maleisië zei woensdag dat het Hof van Beroep van Parijs het vonnis had opgeschort, nadat het tot de conclusie was gekomen dat de tenuitvoerlegging van het vonnis inbreuk zou kunnen maken op de soevereiniteit van het land.

Minister van Wet Wan Junaidi Tuanku Jaafar zei dat de opschorting zou verhinderen dat de uitspraak ten uitvoer wordt gelegd, terwijl Maleisië werkt aan de vernietiging van de uitspraak. Maleisië had niet eerder aan de arbitrage deelgenomen.

Advocaten voor de eisers zeggen echter dat de uitspraak van februari buiten Frankrijk juridisch afdwingbaar blijft via het Verdrag van New York, een verdrag van de V.N. over internationale arbitrage dat in 170 landen wordt erkend.

"Het "uitstel" dat de Maleisische regering lijkt te troosten, stelt de plaatselijke tenuitvoerlegging in één land, Frankrijk zelf, tijdelijk uit," zei Paul Cohen, de belangrijkste medeadvocaat van de erfgenamen, van het Londense advocatenkantoor 4-5 Gray's Inn Square.

"Het geldt niet voor de andere 169."

Op enkele uitzonderingen na, zoals diplomatieke gebouwen, komt elk Maleisisch regeringsbezit in landen die partij zijn bij het V.N.-verdrag in aanmerking voor de tenuitvoerlegging van het vonnis, zei Elisabeth Mason, een andere advocaat van de erfgenamen.

Wan Junaidi, de Maleisische minister van Justitie, weigerde commentaar toen er contact met hem werd opgenomen.

PETRONAS-ACTIVA AANGEHOUDEN

De erfgenamen beweren erfopvolgers te zijn van de laatste sultan van Sulu, die in 1878 een overeenkomst sloot met een Britse handelsmaatschappij voor de exploitatie van rijkdommen op grondgebied onder zijn controle - met inbegrip van wat nu de olierijke Maleisische staat Sabah is, op de noordpunt van Borneo.

Maleisië nam de regeling over na de onafhankelijkheid van Groot-Brittannië, en betaalde jaarlijks een symbolisch bedrag aan de erfgenamen, die Filippijnse staatsburgers zijn.

Maar de betalingen werden in 2013 stopgezet, met het argument van Maleisië dat niemand anders recht had op Sabah, dat deel uitmaakte van zijn grondgebied.

De eisers hebben vorige week beslag laten leggen op twee in Luxemburg gevestigde eenheden van het Maleisische staatsoliebedrijf Petronas, als onderdeel van pogingen om de uitspraak af te dwingen.

Petronas, dat de beslaglegging als "ongegrond" heeft bestempeld, heeft gezegd dat het zijn rechtspositie zal verdedigen, en heeft daaraan toegevoegd dat de eenheden hun activa hebben afgestoten.

Advocaten van de erfgenamen zeiden dat de eenheden nu onder toezicht staan van deurwaarders in Luxemburg, in afwachting van een eventueel beroep van Petronas tegen de inbeslagneming.

"Wij nemen nota van de beschrijving die Petronas van bepaalde transacties geeft, en wij nemen nota van hun verklaring dat die transacties voltooid zijn," zei Mason.

"Wij zullen te zijner tijd het volledige beeld van alle activa ontdekken."