OnlyFans, opgericht in 2016 en met meer dan 100 miljoen gebruikers, floreerde tijdens de pandemie als een manier voor makers om geld te verdienen door content rechtstreeks aan betalende abonnees te verkopen.

OnlyFans-exploitant Fenix legde zijn grief voor aan een Brits tribunaal nadat de Britse belastingdienst het bedrijf had bevolen btw te betalen over al het door fans betaalde geld en niet alleen over het bedrag minus 20% dat aan makers werd betaald.

Het tribunaal vroeg vervolgens advies aan het Hof van Justitie van de Europese Unie, het hoogste Europese orgaan. Het verzoek werd gedaan voordat Groot-Brittannië zich in 2020 terugtrok uit de Europese Unie.

Volgens advocaat-generaal Athanasios Rantos van het HJEU moet het Hof bevestigen dat de btw-regels van toepassing zijn op OnlyFans.

"De bepaling van de verordening tot uitvoering van de btw-richtlijn dat een online-intermediair platform in beginsel btw-plichtig is, is geldig", zei hij in een niet-bindend advies.

"De desbetreffende bepaling van de btw-richtlijn bevat geen beperkingen ten aanzien van het toepassingsgebied of de reikwijdte ervan. Bijgevolg is geen enkele categorie van diensten uitgesloten van de materiële werkingssfeer van die bepaling," zei hij.

Het HvJEU, dat in vier van de vijf gevallen een dergelijk advies opvolgt, zal de komende maanden uitspraak doen.

De zaak is C-695/20 Fenix International.