Pact VS-EU inzake gegevensoverdracht nadert, EU vindt waarborgen sterk genoeg

De Europese Unie is dinsdag een stap dichter bij de sluiting van een pact voor gegevensoverdracht met de Verenigde Staten gekomen met een ontwerpbesluit waarin staat dat de Amerikaanse waarborgen tegen Amerikaanse inlichtingenactiviteiten sterk genoeg zijn om tegemoet te komen aan de zorgen van de EU.

Beide partijen sloten in maart een voorlopige overeenkomst, tot vreugde van duizenden bedrijven die zich in een juridisch moeras bevonden nadat het hoogste Europese gerechtshof in 2020 een eerdere overeenkomst over gegevensoverdracht nietig verklaarde vanwege zorgen over de toegang van Amerikaanse inlichtingendiensten tot gegevens van Europeanen. Het was het tweede veto van een dergelijke rechtbank.

De Amerikaanse president Joe Biden volgde in oktober met een uitvoerend bevel waarin nieuwe waarborgen werden vastgelegd voor de activiteiten van de Amerikaanse inlichtingendiensten en waarin een tweestapssysteem voor verhaal werd gecreëerd, eerst naar een waakhond van de inlichtingendiensten en daarna naar een rechtbank met onafhankelijke rechters.

Didier Reynders, hoofd justitie van de Europese Commissie, zei dat het ontwerpbesluit inzake gepastheid aantoont dat de Amerikaanse waarborgen Europese burgers hetzelfde niveau van gegevensbescherming bieden als de EU-wetgeving.

"Onze analyse heeft aangetoond dat de VS nu over sterke waarborgen beschikt om de veilige overdracht van persoonsgegevens tussen beide zijden van de Atlantische Oceaan mogelijk te maken," zei Reynders in een verklaring.

"Het toekomstige kader zal de privacy van de burgers helpen beschermen en tegelijkertijd rechtszekerheid bieden aan bedrijven," zei hij.

De Oostenrijkse privacy-activist Max Schrems, wiens campagne over het risico dat Amerikaanse inlichtingendiensten toegang krijgen tot de gegevens van Europeanen in een langlopend geschil met Meta leidde tot de veto's van de rechtbank, zei dat de Amerikaanse garanties niet voldoende waren voor niet-Amerikaanse mensen.

"Ik zie niet in hoe dit een aanklacht bij het Hof van Justitie zou overleven. Het lijkt erop dat de Europese Commissie keer op keer dezelfde beslissingen neemt - in flagrante strijd met onze grondrechten," zei hij in een verklaring.

De gegevensbeschermingswaakhond van de EU, de EU-landen en de EU-wetgevers zullen nu niet-bindende adviezen uitbrengen in een proces dat waarschijnlijk ongeveer zes maanden zal duren, waarbij het definitieve besluit van de EU over gepastheid voor volgende zomer wordt verwacht.