Het decreet kwam neer op een officiële erkenning dat leden van de garde, bekend als Rosgvardia, behoren tot de slachtoffers van de oorlog in Oekraïne, die Rusland omschrijft als een speciale militaire operatie.

De strijdmacht, die rechtstreeks aan Poetin verantwoording aflegt, werd in 2016 opgericht om terrorisme en georganiseerde misdaad te bestrijden, en is in eigen land gebruikt om vreedzame anti-regeringsprotesten hard aan te pakken.

Westerse analisten hebben de inzet ervan vanaf het begin van de oorlog in Oekraïne geïnterpreteerd als een teken van misplaatst vertrouwen dat Rusland snel grote steden zou innemen, waaronder de hoofdstad Kiev, waar Rosgvardia dan zou kunnen worden ingezet om de orde te handhaven.

In feite werden de Russische troepen teruggeslagen uit zowel Kyiv als uit de tweede stad van Oekraïne, Kharkiv, en richten zij zich nu op zware gevechten in de oostelijke regio Donbas.

Poetin had al compensatieregelingen aangekondigd voor de families van dode en gewonde soldaten. Rusland heeft zijn slachtoffercijfers niet meer bijgewerkt sinds 25 maart, toen het zei dat er 1.351 militairen gedood waren en 3.825 gewond. Oekraïne en westerse regeringen zeggen dat de tol inmiddels vele malen hoger ligt. ($1 = 61,35 roebel)