Het rendementsverschil, in de financiële wereld spread genoemd, tussen de tienjarige staatsleningen van Duitsland en Italië zou een probleem vormen als het 340 of 350 basispunten zou bereiken, volgens Federico Freni, ondersecretaris bij het Italiaanse ministerie van economie. Een optimisme dat niet noodzakelijkerwijs wordt gedeeld door marktprofessionals. De spread lag aan het einde van vorige week rond de 190 punten, het hoogste niveau sinds mei. De regeringsfunctionaris gelooft dat het overschrijden van de symbolische grens van 200 punten geen reden tot bezorgdheid zou zijn. De spread meet de risicopremie tussen de twee soevereine schulden.

De Italiaanse staatsschuld, die naar verhouding de hoogste is in de eurozone na Griekenland, zou stabiel moeten blijven op ongeveer 140 % van het BBP tot 2026, althans volgens het economisch en financieel document van de Italiaanse schatkist. Het begrotingstekort voor 2023 zou uitkomen op 5,3 % van het BBP, tegen een oorspronkelijk doel van 4,5 % dat in april werd vastgesteld. De regering wijt deze verslechtering aan de kosten van een controversieel belastingkredietregime voor woningverbetering. Het tekort zou in 2024 4,3 % van het BBP bedragen, tegen een oorspronkelijk geschatte 3,7 %.

Italië leent tegen bijna 5 %

In absolute termen steeg het rendement op de tienjarige Italiaanse lening kortstondig tot 4,96 %, het hoogste niveau van de afgelopen tien jaar. De stijging van de beleidsrente, gecombineerd met de begrotingsaankondigingen uit Rome, verklaart deze piek. Tegelijkertijd maakt de stijging van de olieprijzen financiers nerveus, die dit zien als een katalysator voor inflatie. Italië plaatste donderdag voor 3 miljard EUR aan tienjarige obligaties tegen een rente van 4,93 %. Een maand eerder waren beleggers tevreden met 4,24 %. Deze hernieuwde spanning is ook zichtbaar bij de Britse en Franse schuld. In Frankrijk zal het begrotingstekort naar verwachting ook verslechteren. Het rendement op de Italiaanse schuld is de laatste tijd sneller gestegen dan de rest

Rome heeft zijn begrotingstekortdoelstelling voor volgend jaar verhoogd tot 4,3 % van het BBP, tegen 3,7 % eerder, waardoor het zijn belangrijkste politieke prioriteiten kan financieren, waaronder hulp aan gezinnen met lage inkomens en stimulansen opdat Italianen meer kinderen zouden krijgen.