"Ruikt naar de dood": Opruiming olievlek Peru sleept zich voort terwijl vissers kosten tellen

Het Spaanse energiebedrijf Repsol heeft vrijdag gezegd dat het opruimen van een grote olielekkage aan de kust bij de Peruaanse hoofdstad Lima tot eind februari zal duren, in een milieu-incident dat door de regering tot een "catastrofe" is uitgeroepen.

Dode zeehonden, vissen en vogels zijn aangespoeld op de kust, bedekt met olie, terwijl de visserijactiviteiten in het gebied zijn opgeschort, heeft de regering gezegd. Repsol zei dat het vissers in de arm had genomen om te helpen de olie op te ruimen.

"Vroeger verzamelde ik schaaldieren, maar nu, als ik naar de kust loop, zijn ze dood," vertelde visser Walter de la Cruz aan Reuters. "Vroeger gingen de vissers de zeevruchten die wij verzamelen verkopen. Maar nu ruikt alles naar de dood."

De Stille Oceaan voor de kust van Peru is een belangrijke bron van zeeleven en zeevruchten voor de Peruanen, die gerechten als ceviche koesteren.

De regering heeft gezegd dat Repsol vorige week ongeveer 6.000 vaten olie in de oceaan heeft laten weglopen in de buurt van zijn raffinaderij in La Pampilla, wat het bedrijf heeft toegeschreven aan ongewone golven die door een vulkaanuitbarsting in Tonga zijn veroorzaakt.

Het bedrijf heeft geweigerd de omvang van de lekkage aan te geven en zei dat het de gevolgen nog aan het evalueren was.

Repsol voegde in een verklaring aan de Peruaanse toezichthouder op de effectenhandel SMV toe dat de olieraffinage normaal doorgaat en dat zij niet verwacht dat een officieel onderzoek "aanzienlijke gevolgen" zal hebben voor de bedrijfspositie van de dochteronderneming.

"Dit incident heeft geen invloed gehad op de continuïteit van onze activiteiten, noch op onze capaciteit om de markt te bevoorraden," zei Repsol in een verklaring. "De gebeurtenis heeft geen significante gevolgen gehad voor de productieve activiteiten van de raffinaderij."

Het Peruaanse milieuagentschap OEFA zei op donderdag dat ongeveer 1,7 miljoen vierkante meter (420,08 acres) grond en 1,2 miljoen vierkante meter oceaan door de lekkage waren aangetast.

De linkse Peruviaanse president Pedro Castillo beschreef het als de grootste "ecologische ramp" die de Andesnatie de laatste jaren heeft getroffen.

Repsol voegde eraan toe dat het ongeveer 840 mensen had ingezet om te helpen bij de schoonmaakwerkzaamheden. De La Pampilla van Repsol neemt 54% van de raffinagecapaciteit van Peru voor haar rekening.