Tijdens een ceremonie in Tripoli zeiden de Turkse minister van Buitenlandse Zaken Mevlut Cavusoglu en de Libische minister van Buitenlandse Zaken Najla Mangoush dat ze memoranda van overeenstemming hadden ondertekend die voor beide landen voordelig zouden zijn.

Het was niet meteen duidelijk of er concrete afspraken zouden komen over exploratie in de "exclusieve economische zone" die Turkije en een vorige regering in Tripoli in 2019 overeenkwamen, tot woede van andere staten in het oostelijke Middellandse Zeegebied.

Die zone voorzag erin dat de twee landen een zeegrens zouden delen, maar werd aangevallen door Griekenland en Cyprus en bekritiseerd door Egypte en Israël.

"Het maakt niet uit wat zij denken," zei Cavusoglu op de vraag of andere landen bezwaar zouden kunnen maken tegen het nieuwe memorandum van overeenstemming.

"Derde landen hebben niet het recht om zich ermee te bemoeien," voegde hij eraan toe.

Turkije is een belangrijke voorstander van de in Tripoli gevestigde regering van nationale eenheid (GNU) onder Abdulhamid al-Dbeibah, wiens legitimiteit wordt betwist door het Libische parlement, dat een alternatieve regering steunt.

Parlementsvoorzitter Aguila Saleh, die gezien wordt als een bondgenoot van Egypte, zei dat het memorandum van overeenstemming illegaal was omdat het ondertekend was door een regering zonder mandaat.

De politieke impasse over de controle over de regering heeft pogingen om nationale verkiezingen te houden in Libië gedwarsboomd en dreigt het land opnieuw in een conflict te storten.