De olieprijzen zijn vrijdag licht gestegen door het vooruitzicht dat OPEC+ de productiebeperkingen zal voortzetten, maar de ruwe oliebenchmarks stevenden af op de sterkste wekelijkse verliezen in drie maanden door de onzekerheid over de vraag en de afnemende spanningen in het Midden-Oosten, waardoor de leveringsrisico's afnamen.

Brent crude futures voor juli stegen 24 cent tot $83,91 per vat tegen 0514 GMT. De Amerikaanse West Texas Intermediate crude voor juni steeg 19 cent, of 0,3%, naar $79,19 per vat.

Toch waren beide benchmarks op weg naar wekelijkse verliezen, omdat beleggers zich zorgen maakten over het vooruitzicht dat hogere rentetarieven de groei in de VS, de grootste olieconsument ter wereld, en in andere delen van de wereld zullen afremmen.

"Nu het rijseizoen in de VS bijna voor de deur staat, kan de hoge inflatie ervoor zorgen dat consumenten tijdens de vakantieperiode voor kortere ritten kiezen," zeiden analisten van ANZ Research vrijdag in een notitie.

De markt kijkt nu naar de economische cijfers van de VS en indicatoren voor het toekomstige aanbod van ruwe olie van 's werelds grootste producent.

De Amerikaanse Federal Reserve hield deze week de rentetarieven stabiel en wees op recente teleurstellend hoge inflatiecijfers, waardoor renteverlagingen nog even op zich zouden kunnen laten wachten.

Geopolitieke risicopremies als gevolg van de oorlog tussen Israël en Hamas, die de prijzen hoog hielden vanwege de wereldwijde aanvoerrisico's, zijn ook aan het verdwijnen, nu Israël en Hamas een tijdelijk staakt-het-vuren overwegen en gesprekken voeren met internationale bemiddelaars.

Brent stevende af op een wekelijkse daling van 6,3%, terwijl WTI afstevende op een verlies van 5,6% over de week.

De daling komt slechts enkele weken voor de volgende bijeenkomst van de Organisatie van Olie Exporterende Landen en bondgenoten onder leiding van Rusland, samen OPEC+ genoemd.

Drie bronnen van OPEC+ producenten zeiden dat de groep haar vrijwillige olieproductiebeperkingen van 2,2 miljoen vaten per dag na juni zou kunnen verlengen als de vraag naar olie niet aantrekt, maar de groep moet nog beginnen met formele besprekingen in de aanloop naar de vergadering van 1 juni.

Later op vrijdag zal het U.S. Bureau of Labor Statistics haar maandelijkse nonfarm payroll report publiceren, dat een maatstaf is voor de sterkte van de banenmarkt in het land en door de Fed in aanmerking wordt genomen bij het vaststellen van de rentetarieven. Hogere rentetarieven drukken doorgaans op de economie en dat kan de vraag naar olie doen afnemen.

Vrijdag zal ook het energiedienstenbedrijf Baker Hughes zijn wekelijkse telling van olie- en gasplatforms bekendmaken, een indicator voor de toekomstige productie van ruwe olie. (Verslaggeving door Laila Kearney in New York en Sudarshan Varadhan in Singapore; Bewerking door Sonali Paul en Jamie Freed)