Cantargia heeft nieuwe klinische gegevens bekendgemaakt die erop wijzen dat nadunolimab het ernstige probleem van door chemotherapie veroorzaakte neuropathie tegengaat, naast de eerder gerapporteerde veelbelovende antitumoreffecten. De nieuwe gegevens van 73 patiënten met alvleesklierkanker die nadunolimab en chemotherapie kregen, laten een statistisch significante correlatie zien tussen het dosisniveau van nadunolimab en de incidentie van neuropathie, evenals een laag niveau van graad 3 neuropathie, wat het beschermende effect van nadunolimab ondersteunt. Dit positieve effect wordt verder versterkt door preklinische in vivo studies naar chemotherapie-geïnduceerde neuropathie.

De nieuwe resultaten zullen worden gepresenteerd op de ASCO Annual Meeting van 31 mei tot 4 juni 2024. Neuropathie is een ernstige medische aandoening en een bijwerking van verschillende klassen chemotherapieën. De belangrijkste symptomen zijn zwakte, pijn en gevoelloosheid in handen en voeten.

Neuropathie leidt vaak tot het staken van de therapie bij patiënten, ondanks effectieve antitumoractiviteit. De mechanismen achter chemotherapie-geïnduceerde neuropathie hebben te maken met beschadigde zenuwcellen en neuroinflammatie, waarbij de IL-1 pathway als belangrijke driver is aangewezen. Omdat nadunolimab de IL-1 activiteit blokkeert door binding aan IL1RAP, heeft nadunolimab het potentieel om neuropathie tegen te gaan tijdens de behandeling met chemotherapieën, zoals paclitaxel.

In de CANFOUR-studie werden 73 patiënten met eerstelijns alvleesklierkanker behandeld met nadunolimab en gemcitabine/nab-paclitaxel. De mediane overleving van 13,2 maanden en iPFS van 7,2 maanden zijn langer dan verwacht op basis van historische controlegegevens voor de chemotherapie alleen (1). De incidentie van neuropathie was aanzienlijk lager dan verwacht van chemotherapiebehandeling.

Er werd slechts één geval van graad 3 waargenomen en er werd een statistisch significant (p=0,042) verband tussen dosisniveau en neuropathie van welke graad dan ook waargenomen. Bij 1 mg/kg nadunolimab had 60% van de patiënten enige graad neuropathie met een mediane begintijd van 112 dagen. Bij 2,5 mg/kg of hoger had slechts 36% enige graad neuropathie en werd de mediane tijd tot het begin niet bereikt.

Studies in muismodellen laten zien dat verschillende aspecten van door chemotherapie veroorzaakte neuropathie, zoals gevoeligheid voor mechanische druk, temperatuur en verminderde grijpkracht, allemaal werden voorkomen door gelijktijdige behandeling met het nadunolimab surrogaat antilichaam. Combinatiestudies werden uitgevoerd met paclitaxel of vincristine.