RhoVac AB kondigde preklinische bevindingen aan van zijn samenwerking met het St. John's Research Institute (SJRI), een eenheid van de CBCI Society for Medical Education, in Bangalore India. Deze bevindingen ondersteunen de veronderstelde weefselagnostische werkingswijze van onilcamotide.

De bevindingen identificeren de cruciale MHC-II expressie in meer tumorcellen dan tot nu toe bekend was, en zij tonen ook co-lokalisatie aan van de MHC-II receptoren en het doeleiwit van onilcamotide, RhoC. Een op T-cellen gebaseerd kankervaccin kan alleen werken als het in staat is T-celherkenning en eliminatie teweeg te brengen van cellen die één of meer doeleiwitten (antigenen) tot expressie brengen. Deze worden gewoonlijk door de cellen gepresenteerd via receptoren die MHC-I of MHC-II worden genoemd.

De kandidaat voor het kankervaccin van RhoVac, onilcamotide, wordt voornamelijk door T-cellen van het CD4+ subtype aangestuurd, en deze cellen hebben nodig dat het antigeen door MHC-II receptoren gepresenteerd wordt. De samenwerking bij de preklinische studie met Dr. Sweta Srivastava, een faculteit binnen St. Johns National Academy of Health Sciences (St.

John's Research Institute), CBCI, heeft nu aangetoond dat deze soorten receptoren (MHC-II) in veel verschillende vormen van kankercellen worden aangetroffen, en dat RhoC met deze receptoren op het celoppervlak geco-loceerd blijkt te zijn. De gegevens suggereren dat onilcamotide weefsel agnostisch is, d.w.z. dat het in alle kankertypes gebruikt zou kunnen worden. De gegevens hebben zelfs de aanwezigheid van MHC-II receptoren in meer kankertypes gedocumenteerd dan tot nu toe bekend was.