Het Tonijnveld, gelegen in de Zuid-Chinese Zee tussen Indonesië en Vietnam, zal naar verwachting in 2027 een piekproductie bereiken van 115 miljoen standaard kubieke voet per dag (MMSCFD), aldus Mohammad Kemal, woordvoerder van SKK Migas.

Aardgas uit het Tonijnveld, dat wordt geëxploiteerd door een lokale eenheid van het in Londen genoteerde Harbour Energy, zal naar verwachting vanaf 2026 naar Vietnam worden geëxporteerd, zo heeft de Indonesische minister van Energie eerder gezegd.

SKK Migas-voorzitter Dwi Soetjipto zei maandag dat de ontwikkeling van het project niet alleen economische voordelen zal opleveren, maar ook de maritieme rechten van Indonesië zal onderstrepen.

"Er zullen activiteiten plaatsvinden in het grensgebied, dat een van de geopolitieke brandhaarden van de wereld is," zei Dwi in een verklaring.

"De Indonesische marine zal ook deelnemen aan de beveiliging van het upstream olie- en gasproject, zodat het economisch en politiek gezien een bevestiging wordt van de Indonesische soevereiniteit."

Energieactiviteiten in de Zuid-Chinese Zee zijn de afgelopen decennia gegijzeld door geschillen over welk land soevereine rechten heeft, waarbij werkzaamheden van Vietnam, Maleisië en de Filippijnen in hun exclusieve economische zones werden verstoord door Chinese kustwacht- of mariene bewakingsschepen.

China claimt soevereiniteit over bijna de gehele Zuid-Chinese Zee en beroept zich daarbij op zijn eigen historische kaarten, claims waarvan een internationaal arbitragetribunaal in 2016 oordeelde dat ze geen rechtsgrondslag hebben.

In 2021 zei China tegen Indonesië dat het moest stoppen met boren naar olie en aardgas in maritiem gebied dat beide landen als hun eigen gebied beschouwen.