Metals X Limited heeft een update gegeven over het lopende exploratieboorprogramma bij de Renison Tin Operations (Renison), waarin het een belang van 50% heeft. Renison wordt beheerd door Bluestone Mines Tasmania Joint Venture Pty Ltd. (de Manager) namens de joint venture-eigenaars. (de Manager) namens de eigenaren van de joint venture. Recente oppervlakte-exploratieboringen hebben een significante gemineraliseerde zone aan het licht gebracht tijdens een programma dat volgt op elektromagnetische (DHEM) geleiders die in een onderzoek uit 2019 van historische boringen ten noorden en ten zuiden van de bekende mineralisatie in de Renison-mijn zijn vastgesteld.

Deze gemineraliseerde intersectie van boring S1671 heeft een totaal boorraster opgeleverd van 26,93 m @ 4,57% Sn uit 225,07 m (down hole width), inclusief de volgende hoogwaardige zones: 6,03 m @ 2,98% Sn uit 233,97 m. 4,97 m @ 18,22% Sn uit 247,03 m. Het snijpunt is het beste oppervlakte-exploratieresultaat dat bij Renison onder de huidige eigenaar is geregistreerd, waarbij de gemineraliseerde zone op diepte en langs de strekking open blijft.

Vervolgboringen zijn gepland rond dit snijpunt en zullen beginnen na voltooiing van het gat. In 2019 werden zeven gaten onderzocht in een programma met een DHEM-sonde met één as. Dit programma identificeerde 24 geleiderplaten uit zeven doelgebieden, waarvan 13 geleiders buiten het boorgat.

Een eerste programma van drie diamantboringen werd gepland en uitgevoerd om de gerangschikte geleiders te testen en het potentieel van de DHEM-methode voor het opsporen van tinhoudende structuren en gastgesteenten te beoordelen. Bij deze drie boringen werden structurele zones met bijbehorende sulfide-mineralen ontdekt die samenvielen met geleidingsplaten. Er werd een vervolgprogramma van zes boringen gepland om de volgende reeks prioritaire doelen te testen.

S1671 is de tweede van deze boringen. De geleider waarop 1671 zich richtte, heeft een Renison Mine Grid, een noord-zuid trend en een steile oostelijke dip. Boorgat S1671 werd geplaatst in de lithologieën van de Crimson Creek Formation (CCF), een reeks vulkanische en vulkanisch-sedimentaire eenheden.

De boorput bevindt zich ten westen van de Federal Fault (die een aanzienlijk deel van de resterende tinvoorraad in Renison herbergt) en ten zuidwesten van de huidige en historische mijnbouwwerkzaamheden. Boring S1671 doorboorde een typische opeenvolging van CCF, alvorens op 225,07 m massieve sulfidemineralen te ontdekken, die bijna perfect samenvallen met de onderste geleider waarop de boring zich richtte. De mineralisatie bestaat uit massieve tot halfmassieve sulfiden in twee hoogwaardige zones, gescheiden door een sterk veranderde maar zwak gemineraliseerde opeenvolging van gebandeerde sedimenten.

De sulfidenmineralogie wordt gedomineerd door pyrrhotiet met bijkomende arsenopyriet en pyriet. Tinhoudend cassiteriet is aanwezig als fijne korrels geassocieerd met pyrrhotiet. Lage magnesiumwaarden voor het snijpunt wijzen erop dat het eerder gaat om infillmineralisatie van de structuur dan om dolomietvervanging.