Stellantis zei op maandag dat het in Europa begon met de serieproductie van grote en middelgrote bestelwagens op waterstofcellen, waarmee het zijn assortiment bedrijfsvoertuigen met nulemissie uitbreidt.

De Frans-Italiaanse autofabrikant zei in een verklaring dat het de grotere bestelwagens zou produceren in zijn fabriek in Gliwice, in het zuiden van Polen, en de middelgrote in Hordain, in het noorden van Frankrijk.

De groep, die ook batterij-elektrische (BEV) bedrijfsvoertuigen aanbiedt, heeft al middelgrote waterstof bestelwagens verkocht, maar tot nu toe alleen via partijen voor specifieke grote klanten.

Stellantis runt de grootste bedrijfswagenfabriek van Europa, gevestigd in de centraal Italiaanse stad Atessa, met een productiecapaciteit tot 1.200 grote bestelwagens per dag voor de merken Fiat Professional, Peugeot, Citroen, Opel en Vauxhall, en voor Toyota.

De aankondiging kwam op het moment dat de Italiaanse regering de degens kruiste met Stellantis en haar grootste investeerder Exor, de investeringstak van de familie Agnelli.

Rome klaagt dat de autofabrikant soms keuzes heeft gemaakt die tegen de belangen van het land indruisten, wat heeft geleid tot een verminderde productie in Italië.

Stellantis produceerde vorig jaar ongeveer 230.000 voertuigen in Atessa, tegenover ongeveer 100.000 in Gliwice. In zijn bedrijfsplan voor de lange termijn ziet Stellantis de verkoop van waterstofvoertuigen oplopen tot 10.000 eenheden per jaar vanaf 2025.

De groep zei maandag dat de waterstofcelbusjes een actieradius tot 400 kilometer hebben in de middelgrote versie en tot 500 kilometer in de grote versie. De tanktijd bedraagt 4-5 minuten.