TDG Gold Corp. kondigde aan dat de eerste boring uit het opnieuw loggen, bemonsteren en testen van historische boorkernen het concept lijkt te ondersteunen dat het Baker-gebied van haar Toodoggone-eigendommen een koper-gouddoel in bulk-tonnage, porfierstijl kan vertegenwoordigen dat later werd bedrukt door hoogwaardige epithermale goudmineralen. Historische boring BK87-16 werd in 1987 geboord en richtte zich op hoogwaardige goud-zilvermineralen ("Au-Ag") die verband hielden met de Baker B-Vein, het doelwit van de mijnbouw in die tijd, waarbij erts werd gemalen in de nabijgelegen Baker molen.

Als gevolg daarvan werd het slechts sporadisch bemonsterd op basis van dat doelmodel. TDG's herlogging en herbemonstering van de hele boring heeft niet alleen de historische hoogwaardige Au-Ag epithermale mineralisatie bevestigd, en deze stijl van mineralisatie uitgebreid tot op diepte en langs de strekking van de historische mijnbouw, maar heeft ook koper-goud ("Cu-Au") aders, alteratie en mineralisatie in porfierstijl geïdentificeerd, bestaande uit borniet, chalcopyriet en molybdeniet over een kernlengte van meer dan 60 meter, beginnend bij de oppervlakte en eindigend in mineralisatie. De onderschepping omvat 0,1% koper ("Cu") en 0,7 gram per ton ("g/t") goud ("Au") over een onderschepping van 60,5 m vanaf 62,6 m diepte, inclusief 0,27% Cu en 2,1 g/t Au over 17,9 m vanaf 98,2 m diepte.

Deze eerste analyseresultaten van het opnieuw bemonsteren van een enkele diamantboring die in 1987 in de Baker B-Vein werd uitgevoerd, in combinatie met geofysische en geochemische gegevens, valideert het koper-goudpotentieel in Baker. Het boorgat werd slechts tot een diepte van 123 meter geboord, wat dieper is dan de meeste historische boorproeven en eindigt in koper-goudmineralen. Historisch boorgat BK87-16, in de Baker B-Vein exploratiezone.

Resultaten van herhalingsmonsters uit het historische Baker B-Vein boorgat BK87-16. Van tot lengte AuEq4 CuEq4 Mo.