TI Fluids is een van die Europese autobedrijven die bij beleggers minder bekend is. Het is noch een autobouwer zoals Volkswagen, Stellantis of BMW, noch een eerstelijnsleverancier zoals Valeo, Forvia of Continental. Echter, het is wel een eerstelijnsleverancier (tier one) in de industrie op het gebied van vervoer en opslag van vloeistoffen. Denk maar aan brandstoftanks, airconditioning of remsystemen.

Het bedrijf vierde vorig jaar zijn honderdjarig bestaan. Oorspronkelijk opgericht als Bundy in Detroit, VS, werd Bundy beursgenoteerd in New York van 1976 tot de overname door TI Group in 1988. TI Group werd vervolgens in 2001 opgekocht door Smiths Group, wat de Britse basis van het bedrijf en de focus op de auto-industrie versterkte. Het bedrijf werd vervolgens overgenomen door het investeringsfonds Bain Capital, dat het in 2017 naar de beurs van Londen bracht via een IPO. Bain behoudt echter nog steeds 36,7 % van het kapitaal.

Un gros décollage

Sterke opmars en dubbele verrassing

Gisterenmorgen stond het bedrijf volop in de schijnwerpers vanwege de aanzienlijk beter dan verwachte resultaten. Hoewel het management voorzichtig blijft en dit jaar uitgaat van een groei van 3,3 % in wereldwijde lichte voertuigverkopen, verwacht ze een sterkere dynamiek dan de sector als geheel. De bedrijfsleiding verhoogde de margeprognose voor de ebit van 2023 naar meer dan 7 % en kondigde tegelijk een aandeleninkoopprogramma aan. Voor beleggers klonk dat als muziek in de oren. Analistenbureau Jefferies bevestigde zijn positieve standpunt over het aandeel en verhoogde het koersdoel van 125 naar 150 GBp, een niveau dat nu al is bereikt.