Van de drie Franse beursgenoteerde specialisten - Vranken-Pommery, Lanson en Laurent Perrier - is alleen de eerste er de afgelopen tien jaar niet in geslaagd om groei te realiseren.

Daarnaast blijft Vranken achter op het gebied van marges, terwijl het de hoogste schuldenlast van de drie draagt. Dat is niet in het voordeel van de familie Vranken tegenover de familie Nonancourt en de familie Paillard-Baijot-Roques-Boizel.

Hoewel er geen groei is, moeten we erkennen dat alles stabiel is over tien jaar - zowel de verkoop als de marges, ondanks aanzienlijke inflatie. Vranken genereert in deze periode een gemiddelde jaarlijkse winst van 7 miljoen €, volledig uitgekeerd als dividend.

Dit is ver verwijderd van de prestaties van Laurent Perrier, dat op het punt staat zijn jaarlijkse winst in het decennium te verdrievoudigen; en van die van Lanson, dat zijn winst verdubbelde. Vranken is echter de meest genereuze van de drie in termen van dividenden.

De groep blijft gewaardeerd tegen een winstveelvoud vergelijkbaar met dat van Laurent Perrier. Deze laatste keert weliswaar slechts een klein dividend uit, zijn beleid hierin zou kunnen veranderen na de recente schuldafbouw.

Lanson blijft op papier de laagst gewaardeerde van de drie - misschien vanwege zorgen over een oneerlijke privatisering voor minderheidsaandeelhouders.