Western Metallica Resources Corp. meldt dat het een eerste fase boorprogramma heeft afgerond dat vier boorgaten omvatte voor in totaal ongeveer 1.500 meter boren, waarmee de helft van het geplande tweefasige, 3.000 meter lange boorprogramma is voltooid. Dit programma is bedoeld om de mineralisatie op diepte onder mijnniveau te onderzoeken, evenals de noordelijke en zuidelijke uitbreidingen. De resultaten van de eerste boorfase omvatten 7,40 meter op 0,6% Cu in NCDDH003, 1,65 meter op 1,7% Cu en 5,95 meter op 0,7% Cu in NCDDH004, naast eerder gerapporteerde resultaten van de eerste twee boringen, NCDD001 en NCDD002.

Bovendien bewijzen deze resultaten de on-strike continuïteit van de mineralisatie over ~300 meter, tot nu toe, en werden meerdere intervallen van significante kopermineralisatie in massieve sulfiden doorsneden. De resultaten van alle vier de boringen zijn veelzeggend omdat ze over meerdere intervallen evenveel intersecties van kopersulfidemineralisatie laten zien, wat een bredere hoogwaardige kopermineralisatietrend voorspelt en de uitgebreide historische gegevens bevestigt die Nueva Celti positioneren als een zeer productief koperproject. De resultaten van de eerste fase bevestigden de aanwezigheid van de gemineraliseerde zones die eerder door het boorprogramma 'Asturian de Zinc' van Glencore werden gerapporteerd, en voorspellen een hoogwaardige koper gemineraliseerde trend.

De mineralisatie wordt voornamelijk vertegenwoordigd door een "semi-massieve", >50% assemblage van pyriet, chalcopyriet en magnetiet en 2,3% gedissemineerd chalcopyriet, die strata gebonden lichamen definiëren die over het algemeen gehost worden door de mica-schist eenheden. De controle van de vroeg-Cambrische mineralisatie is typisch voor de Cu-Zn-Pb voorkomens in de Northern Central Belt (NCB) van de geologische provincie Ossa Morena, met kopersulfiden die voornamelijk samenvallen met lagen muscoviet en biotiet-schist, plaatselijk fragmentarisch (meta-volcaniclastics) binnen een amfiboliet-eenheid (metavolcanics). Er blijft een enorm potentieel voor verdere ontdekking, aangezien het eerste fase programma alleen de bekende mineralisatie ~100 meter onder het diepste historische mijnniveau heeft onderzocht en ook andere gemineraliseerde zones dichter bij de oppervlakte en op diepte heeft onderschept, die niet door eerdere historische exploratie/exploitatie zijn aangegeven.