Het ministerie zei dat de landbouwministers van Bulgarije, Polen, Hongarije, Roemenië en Slowakije een brief naar de Europese Commissie hadden gestuurd met het verzoek om de maatregelen, omdat ze zeggen dat goedkopere landbouwproducten uit Oekraïne hun exportmarkten aantasten.

De vijf ondertekenaars behoren tot de zes EU-lidstaten die aanzienlijk meer tarwe en maïs produceren dan ze nodig hebben, wat belangrijk is voor de Europese voedselveiligheid en de strategische soevereiniteit van de EU, aldus de ministers.

"Daarom moet Brussel maatregelen invoeren die de markten van de aan Oekraïne grenzende lidstaten beschermen en hen tegelijkertijd helpen om hun volledige exportpotentieel te benutten," aldus de brief die ondertekend is door de ministers, waaronder de Hongaarse minister van Landbouw Istvan Nagy.

"Een van deze [maatregelen] zou de invoering van invoerrechten op de meest gevoelige landbouwproducten kunnen zijn."

Oekraïnes grotere landbouwbedrijven maken de graanexport van het land goedkoper en dat duwt boeren in de EU uit hun traditionele exportmarkten, aldus de ministers.

Boeren in Bulgarije, Polen, Hongarije, Roemenië en Slowakije "hebben aanzienlijke schade geleden" sinds de EU vorig jaar de invoerquota en douanerechten op graan uit Oekraïne heeft opgeschort, zeiden ze.

De ministers roepen ook de Europese Commissie, de uitvoerende macht van het blok, op om in een verslag te onderzoeken of de productierichtlijnen van Oekraïne in overeenstemming zijn met de EU-normen.

De klachten zijn gericht aan EU-commissaris voor Handel Valdis Dombrovskis en landbouwcommissaris Janusz Wojciechowski.

Graanexporten zijn een zeldzame bron van spanningen geweest tussen Kiev en zijn EU-buren, omdat Bulgarije, Hongarije, Polen, Roemenië en Slowakije alternatieve doorvoerroutes voor Oekraïens graan werden om de tragere exporten via de Oekraïense Zwarte Zeehavens na de Russische invasie in 2022 te compenseren.

Boeren in deze landen protesteerden tegen deze transporten en beweerden dat ze de lokale markten verstoorden.

Polen, Slowakije en Hongarije kondigden afgelopen september beperkingen aan op de invoer van Oekraïens graan nadat de Europese Commissie had besloten om een verbod op de invoer in de vijf EU-buurlanden van Oekraïne niet te verlengen.

Alle drie de verboden gelden alleen voor binnenlandse import en hebben geen invloed op de doorvoer naar doorgaande markten.

Oekraïne reageerde door een klacht in te dienen bij de Wereldhandelsorganisatie tegen de drie landen, terwijl andere EU-leden de unilaterale stappen veroordeelden.