De Spaanse Ibex-35 aandelenindex is dinsdag lager gesloten en noteerde de slechtste sessie in meer dan een maand, door voorzichtigheid in de aanloop naar de komende tweedaagse monetaire beleidsvergadering van de Amerikaanse Federal Reserve.

De markten reageerden ook op de aankondiging van de Amerikaanse reddingsoperatie voor First Republic Bank op maandag en de daaropvolgende verkoop aan JPMorgan, die de bezorgdheid over een mogelijke wereldwijde bankencrisis opnieuw heeft doen oplaaien, en op de resultaten van de grootste bank van Europa, HSBC, die een verdrievoudiging van de kwartaalwinst meldde boven de verwachtingen.

Op macro-economisch vlak daalde de kerninflatie in de eurozone, een nauwlettend in de gaten gehouden maatstaf die de volatiele voedsel- en energieprijzen uitsluit, in april voor het eerst sinds januari 2022, hoewel deze volgens gegevens van Eurostat op een zeer hoog niveau van 7,3% bleef.

Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan daalde het aantal vacatures in de VS in maart voor de derde maand op rij, maar het bleef op een niveau dat consistent is met een krappe arbeidsmarkt.

De Spaanse Ibex-35 sloot dinsdag 159,00 punten, of 1,72%, lager op 9.082,00 punten, de slechtste sessie sinds 24 maart.

De FTSE Eurofirst 300 index van grote Europese aandelen verloor 1,23%.

In de bankensector verloor Santander 2,59%, BBVA daalde 3,70%, Caixabank daalde 2,54%, Sabadell daalde 3,47%, Bankinter daalde 4,66% en Unicaja Banco verloor 1,41%.

Onder de grote niet-financiële aandelen daalde Telefónica met 1,89%, Inditex met 1,06%, Iberdrola met 0,21%, Cellnex met 1,31% en oliemaatschappij Repsol met 4,72%.

Van de andere elektriciteitsbedrijven daalde Naturgy met 1,98%, terwijl Endesa met 0,74% daalde.

(Informatie door Benjamín Mejías Valencia; bewerkt door Javier Leira)