Wat nodig is, is "een tribunaal dat de Russische leiders kan onderzoeken en berechten", zei Baerbock in een thematoespraak aan de Academie voor Internationaal Recht in Den Haag, waar het Internationaal Strafhof is gevestigd.

De Oekraïense regering is begrijpelijkerwijs bezorgd dat Rusland niet kan worden vervolgd voor zijn agressie voor het ICC, zei zij, omdat het alleen zaken kan behandelen waarin de eiser en de gedaagde lid zijn van het hof, of een zaak wordt doorverwezen door de VN-Veiligheidsraad.

Rusland is geen lid van het ICC, en zou als een van de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad met een veto waarschijnlijk elke verwijzing naar het ICC blokkeren.

"Wij hebben met Oekraïne en onze partners gesproken over de oprichting van een speciaal tribunaal voor agressiemisdrijven tegen Oekraïne", aldus Baerbock, die eraan toevoegde dat een dergelijk orgaan zijn jurisdictie zou kunnen ontlenen aan het Oekraïense strafrecht.

Het zou kunnen worden aangevuld met internationale elementen - "op een locatie buiten Oekraïne, met financiële steun van partners en met internationale aanklagers en rechters, zodat onpartijdigheid en legitimiteit gewaarborgd zijn", zei zij.

Oekraïne, de Europese Unie en Nederland hebben het idee van een speciaal tribunaal publiekelijk gesteund. Rusland, dat zijn acties in Oekraïne een "speciale militaire operatie" noemt, heeft beschuldigingen van oorlogsmisdaden ontkend, waaronder het opzettelijk aanvallen van Oekraïense burgers, waarvan er duizenden zijn gedood.

De hoofdaanklager van het ICC, Karim Khan, heeft echter gewaarschuwd voor het gevaar van juridische versnippering en zei dat zijn hof in feite het meest geschikt is voor rechtszaken over agressiemisdrijven, omdat de lidstaten "lacunes die zouden bestaan" kunnen opvullen.

Tijdens een persconferentie later op de dag ging Baerbock in op Oekraïense berichten over kinderen die naar Rusland worden gedeporteerd en daar ter adoptie worden afgestaan.

"Rusland moet uitleggen waar deze kinderen zich bevinden", zei de minister, terwijl haar Nederlandse collega Wopke Hoekstra zei dat de kinderen naar huis moeten worden gebracht en dat er een einde moet komen aan de Russische deportatiepraktijk.