De invoerprijzen zijn vorige maand met 0,2% gedaald, de eerste daling sinds augustus, na in november met 0,7% te zijn gestegen, aldus het Labor Department vrijdag. In de 12 maanden tot december stegen de prijzen met 10,4%, na een stijging met 11,7% in november.

Door Reuters gepolste economen hadden voorspeld dat de invoerprijzen, die de tarieven uitsluiten, met 0,3% zouden stijgen.

De regering meldde donderdag dat de producentenprijzen in december met slechts 0,2% waren gestegen, de kleinste stijging sinds november 2020. De hoop dat de inflatie zijn hoogtepunt heeft bereikt of dicht in de buurt daarvan komt, werd gestimuleerd door een matiging van de Chinese producentenprijzen in december. Economen verwachten dat de tragere Chinese PPI uiteindelijk in de Amerikaanse prijzen tot uiting zal komen. Ook de bevoorradingsketens verbeteren.

De ingevoerde brandstofprijzen daalden vorige maand met 6,5%, na in november met 2,3% te zijn gestegen. De aardolieprijzen daalden met 6,0%, terwijl de kosten van ingevoerde levensmiddelen met 0,5% stegen.

Zonder brandstof en voedsel stegen de invoerprijzen met 0,5%. Deze zogenaamde kerninvoerprijzen stegen in november met 0,6%. In december stegen zij met 5,7% op jaarbasis.

Uit het verslag bleek ook dat de uitvoerprijzen in december met 1,8% zijn gedaald, na in november met 0,8% te zijn gestegen. De prijzen voor de landbouwexport stegen met 0,8%. De exportprijzen voor niet-landbouwproducten daalden met 2,1%.

De exportprijzen stegen in december met 14,7% op jaarbasis. Dat volgde op een stijging met 18,2% op jaarbasis in november.